Sinds enkele maanden is men volop bezig om de meeste gebouwen van het Patersdomein met de grond gelijk te maken. Waar is de tijd van de paterkes?
Onderpastoor Leopold Slosse ligt aan de basis van de komst van de paters Kapucijnen. Hij zocht een oplossing om een bestemming te vinden voor de Heilig-Hartkerk. Juffrouw Angillis, de bouwster van die kerk, was niet gehuwd en bij haar overlijden was de kans groot dat die privékerk in handen kwam van de Roeselaarse familie De Brouckère. Deze was liberaal en daardoor was het niet onmogelijk dat de kerk een protestantse tempel zou worden. Dit wou onderpastoor Slosse absoluut vermijden. Hij zocht een religieuze orde die in Izegem die kerk wou bedienen. De paters, toen afkomstig uit Brugge, wilden wel naar Izegem komen, maar eigenlijk zochten ze een ruimere locatie. Het was immers de bedoeling dat er een opleiding voor priesters, een seminarie, zou worden geopend.
De paters kochten uiteindelijk grond van de familie Vandeputte en rond 1900 werden de huidige gebouwen opgetrokken.
De Izegemse kerkelijke overheid zag in dat bij een stadsuitbreiding de afstand paterskerk en Heilig-Hartkerk uiteindelijk wel volgebouwd zou worden en men besliste in 1907 een nieuwe parochie op te richten: de Heilig-Hartparochie.
Het seminarie bleef er tot 1968. Vóór die datum waren er heel wat paters, al of niet in opleiding. Nadien verminderde het aantal tamelijk vlug. Vandaag zijn er nog drie paters actief inde paterskerk.
Wie de geschiedenis van deze gemeenschap wil lezen kan terecht in de volgende werken:
De Paters Capucijnen vijftig jaar te Izegem [Izegem, drukkerij Strobbe, 1950], 82 p.
Bart BLOMME m.m.v. Luc HESSEL, De minderbroeders kapucijnen te Izegem, Ten Mandere nr. 91, 31/3, 1991, p. 3-26.
X., Minderbroeders kapucijnen in Vlaanderen, uitg. Luyten, Amstelveen, 1985, 159 p. |
|