Heemkundige Kring

Ten Mandere Izegem

Ten Mandere - digitaal

startpagina
bestuur
nieuws
activiteiten
lidgeld
tijdschrift
geschiedenis
archief
bibliotheek
te koop
Izegemse bibliografie
Izegemse soldaten uit W.O. I

links
nieuwsbrieven

 

ten mandere blogt

Abt Alberik Verhelle van de abdij van Westvleteren

 

 

 

° Izegem, 24/09/1834
Priesterwijding 19/12/1863
Abt gekozen op 24/07/1872, tweede abt van de abdij. Abt tot 1910
† Westvleteren, 1916

De brouwerij en maalderij, die onder Albericus nog enkel ten behoeve des klooster werken, werden vanaf 1911 weder uitgebaat.

 

Ooit waren er twee Izegemnaren abt van Westvleteren. Heel wat mensen herinneren zich nog Herman Seynaeve. Hij was van 1968 tot 1978 de vijfde abt van Sint-Sixt.
Maar deze keer focussen we ons op de eerste Izegemnaar die er abt werd: Alberik Verhelle. Hij werd in Izegem geboren op 24 september 1834. Op 19 december 1863 werd hij priester gewijd. Het was reeds de negende keer dat er een priesterwijding plaats vond in de nieuwe Sint-Tillokerk. Hij trok naar de cisterciënzergemeenschap van de Sint-Sixtusabdij in Westvleteren waar hij zijn geloften aflegde op 15 juli 1857. Hij was toen 23 jaar. Op 6 juni 1866 werd hij novicenmeester en op 22 maart 1871 prior.
Op 24 juli 1872 werd Verhelle verkozen als tweede abt van de abdij.
Er waren in het patersklooster toen 58 leden: 16 paters, 37 lekenbroeders en 5 novicen.
Onder zijn leiding realiseerde de gemeenschap het bouwen van een meisjesschool in 1879, uitgebaat door de Zusters van Vincentius a Paulo (uit Gits). Verhelle werd ook voor zijn klooster een bouwer. Hij liet onder andere in 1873 een groot gebouw zetten in het verlengde van de abdijkerk en in 1878 een poortgebouw met slotmuur. Hij liet ook de boerderij moderniseren want in 1875 werd een stoommachine van 6 pk aangekocht.
In 1884-1885 liet hij een nieuwe herberg ‘De Vrede’ bouwen, rechtover de abdij.
Wanneer hij op rust ging  in september 1910 telde de kloostergemeenschap 37 leden.
In januari 1914 mocht hij zijn gouden priesterjulileum vieren. Hij overleed twee jaar later.
In 2010 werd een vernieuwd kerkhof in gebruik genomen bij de abdij. Alle overleden monniken werden opgegraven en kregen een nieuwe rustplaats. De kist van abt Verhelle bevatte een in stukken gebroken eenvoudige houten staf.

En… wordt er nu Izegems bier gebrouwen in de abdij???

Enkele maanden geleden kon je inderdaad op facebook lezen of de beroemde trappist van Westvleteren naar een Izegems recept gemaakt wordt of niet.

We haalden er de nieuwe publicaties bij, uitgegeven door de abdij. Johannes Lootens ocso, archivaris van de abdij schreef het werk De Sint-Sixtusabdij van Westvleteren. Geschiedenis. (2012 – 296 blz.)
In het hoofdstuk Op zoek naar een vaste inkomstenbron heeft hij het o.a. over het bier.
We citeren: Vanaf 1839 wordt in Sint-Sixt voortdurend bier gebrouwen, al dan niet als belangrijkste inkomstenbron. De eerste jaren is de brouwerij duidelijk een huisbrouwerij voor eigen gebruik. Pas vanaf 1878 verhoogt de productie, omdat de herberg De Vrede een goede omzet heeft. (…) De brouwerij en maalderij, die onder D. Alberic Verhelle nog enkel ten behoeve des kloosters werkten, werden vanaf 1911 weder uitgebaat.

We kunnen er nog aan toevoegen dat het oorspronkelijk gebrouwen bier slechts 'klein bier' was met een alcoholpercentage van amper 2 procent. Later begonnen de paters trappist te brouwen om in hun levensonderhoud te voorzien. We kennen de trappist Blond (5,8 vol. % alc.), de Acht (8 vol. % alc.) en Twaalf (10,2 vol. % alc.). Daarnaast gebruiken ze nog een licht biertje voor dagelijkse consumptie.

In het patersklooster van Izegem was er sinds de oprichting van dit klooster (1900) ook een brouwerij. Hun productie was beperkt tot het dagelijks verbruik door de kloosterlingen. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd, net zoals in de andere brouwerijen, het koper opgeëist door de Duitsers. Dit betekende meteen ook het einde van de brouwerij.

Abt Verhelle, oud-Izegemnaar, zal het Izegemse klooster wel gekend hebben, maar of hij ooit het recept meegekregen heeft voor zijn brouwerij is niet zeker. Toen hij op rust ging was hij 76 jaar. Dit was in het jaar 1910. In 1916 overleed hij. Dit was tijdens de oorlog en de laatste twee jaar zal hij zeker niet in Izegem geraakt zijn. Westvleteren lag immers volop in de frontzone. Dus een Izegemse connectie om het Izegems recept te krijgen was er niet.

De urban legend over de ‘Izegemse trappist’ zal waarschijnlijk nu en dan nog wel eens aangehaald worden…. tot de waarheid ooit aan het licht komt?