We lezen in De Mandelbode van 31 augustus 1935:
Gedurende de kermisdagen zal er in de Herberg ’t Paradijs (nabij de Post) tentoongesteld worden een roofvogel (gier) over een paar maanden neergeschoten in Emelghem.
Er was inderdaad een witkoppige gier (Vultur fulvus) gesignaleerd in Emelgem en Achiel Snoeck, André Pattyn en Cyriel D’hondt hadden die kunnen vangen. Stadsgids Koenraad Vandommele bezorgde mij een tijdschriftartikel waarin de gevangenneming verteld wordt: Eerst spartelde het dier op den grond, maar richtte zich dan weer op, op één poot steunend en kwam moedig naar zijn achtervolgers toe. Met zijn reusachtige, opengespreide donkere vleugels, met zijn gevaarlijke geopende klauwen – net zoo groot als die van een leeuw – en met zijn scherpe snavel maakte het een beangstigende indruk. Razen van woede, ronkend, snuivend en al maar opspringend en met de vleugels klappend, wilde het zijn leven duur verkoopen. Maar een jongen uit Emelgem sprong naar den vogel en greep hem bij den witten, tamelijk langen en weinig gevederden hals. De jongen poogde met zijn beide handen den vogel te wurgen, terwijl deze te vergeefts met zijn geweldigen snavel de nijpende handen trachtte te bereiken en vaneen te reten.
Gelukkig kwamen juist twee mannen toegesneld, die nu ook den ‘arend’ aanvielen. Het was hoog tijd. Met zijn klauwende pooten had hij reeds gansch de vest van den jongen vaeneengetrokken. Als de poot iets vastnam, liet hij het slechts los na het aan stukken te hebben gesleurd. Men moest de teenen der pooten, een voor een letterlijk openwringen om er de kleederen uit te halen, die hij vasthad. De vangers brachten hun kostbare prooi naar Emelgem-dorp. Na twee uren doodstrijd leefde de vogel nog altijd.
Henry De Clercq bezorgde het dier de genadesteek. Hij zette het dier ook op.
In het tijdschriftartikel poseerde herbergier Arthur Dekeirsschieter uit het toenmalig Brouwershof op de platse van Emelgem fier als een gieter met het dier in zijn handen. Het had een vleugelwijdte van 2,65 m. Henry De Clercq zette het dier op en tijdens de kermisweek werd het tentoongesteld in café ’t Paradijs in de Roeselaarsestraat.
Later belandde het dier bij Achiel Snoeck. Het werd een blikvanger in het café ‘De Ster’ op de Grote Markt. Daar bleef het uitgestald en dit tot ergernis van de herbergiersvrouw. Op een zeker moment kreeg ze de kans om het dier weg te schenken aan een geïnteresseerde Roeselarenaar. Het dier verliet daardoor Izegem, maar na een tijdje zag Achiel, tijdens een cafébezoek in Roeselare, de gier en kreeg die prompt terug mee!
Wie weet hoe het met dit dier verder verlopen is, kan altijd contact opnemen met ons
digitaal@tenmandere.be |