Alphonse Van Kerschaver werd op 23 november 1875 geboren in Sint-Kruis. Hij werd priester gewijd in Brugge op 21 december 1901.
Zijn eerste opdracht werd les geven aan het college in Moeskroen. Daar startte hij op 14 oktober 1902. Achttien jaar later werd hij onderpastoor benoemd op de Heilig Hartparochie in Izegem. Pastoor op dat ogenblik was Louis De Wasch (1920-1937). Op 27 november 1920 werd hij plechtig ingehaald. Hij volgde onderpastoor Karel Berton op, die na een langdurige ziekte overleed op 16 november 1920. Volgens de Mandelbode van 25 augustus 1951 was Van Kerschaver door iedereen geëerd om zijn vreedzaam en gemoedelijk karakter.
Hij woonde in de Ommegangstraat nr. 88. De twee gebouwen in het begin van de Ommegangstraat voor de onderpastoors zouden er maar komen na 1931. Zijn geheugen voor namen was bekend. Hij kende praktisch alle parochianen bij naam. Op 4 mei 1932 werd hij door de bisschop benoemd tot pastoor van Koolkerke. Deken Kanunnik Vander Heeren, installeerde hem op zondag 26 mei 1932.
In 1951 mocht hij er zijn gouden priesterjubileum vieren. Bij die gelegenheid werd de plaatselijke parochiekerk opnieuw geschilderd. Hij ging op rust op 21 januari 1954 en verbleef tot aan zijn dood (6 april 1959) in het rustoord Mater Amabilis in Varsenare. |
|