Toen juffrouw Melania Natalia De Baere, weduwe van Constantinus Guillielmus De Labarre overleed (Izegem, 12 februari 1832) werden haar twee Izegemse huizen openbaar verkocht.
Haar man, Constantinus, was goederen eigenaar geworden door de erfenis die zijn ouders, Amandus en Victoria Rosalie Alison, hadden nagelaten.
Een van de twee huizen kreeg de volgende omschrijving mee:
Een schoon, ruijm en onlangs uijt den grond nieuw gebouwen woonhuijs met des selfs aenhoorigheden, hebbende koetspoort, drij kamers, wijnkel en keuken beneden, zes kamers boven, twee remisen van achter, cour en hovenier hof met uijtganck op het oud kerckhof, groot over bebouwden grond en voor deze erve in het geheele circa tien roeden negen ellen, gestaen en gelegen te Iseghem in het schoonste der stad, op den zoo genaemden Knock, zijnde het punt alwaer de drij bijzonderste straeten, te weten de merckt, gend en rousselaere straeten zig te samen voegen, paelende oost de kinderen sieur rogier werbrouck en d’heer Bernard Crombez, zuijd het voorseijde oud kerkhof, west sieurs joannes rousseau, joseph doorme en modestus dekeirsschieter, noord de merckt en rousselaere straeten en nog noord en oost de voornoemden de keirsschieter.
Dit huis werd in eerste instantie verkocht aan Franciscus Desiderius Rootsaert, fabrikant in katoenen, uit Izegem voor 4800 gulden en een jaarlijkse rente van 6,69 gulden voor een maandelijkse gelezen mis ten eeuwige dage voor de ziele van jouffrouw Melania De Baere.
Maar ongeveer een maand later werd dit huis verkocht via ‘het recht op een hoger bod’ aan de vader van de overleden Melanie, Petrus Franciscus De Baere, heelmeester en grondeigenaar in Passendale. Hij betaalde uiteindelijk 7200 gulden.
Het was inderdaad een interessante ‘hoek’ van Izegem. Niet alleen omdat er drie straten waren, maar ook omdat er hier in die tijd vrij regelmatig openbare verkopingen doorgingen van allerhande inboedels.
(RAK notaris J. Ghellynck pak 68 akte nr. 30 en 35) |
 |
