We kregen van de familie Vangheluwe twee merkwaardige foto’s in ons bezit i.v.m. een auto-ongeval van meneer J. Windels, van de rolluikenfirma Winsol. Er werd bij verteld dat de foto’s wellicht uit 1932 dateerden. Wij gingen dus op zoek en vonden inderdaad in De Mandelbode van 5 maart 1932 het volgende bericht: autobotsing.
Donderdag had er aan de post eene botsing plaats tussen de auto van M. Gerome Vanlaecken uit Moorslede en deze van M. Windels, fabrikant uit stad.
De auto komende uit de Roeselaarsestraat werd nog al erg beschadigd.
Maar was dit het eerste auto-ongeval in Izegem? We zochten het voor u uit.
Aantal ongevallen:
1929 1
1932 10
1934 4
1935 3
1938 2
Het eerste Izegemse auto-ongeval dateert dus uit november 1929. We lezen in De Mandelbode (16/11/1929) : Dinsdagavond rond 6 uur reed een onbekend iemand (uit Bovekerke) zonder lichten tegen zijn auto [Paul Depoortere] (aan de Abeele). De chauffeur was dronken. Paul Depoortere was de latere oorlogsburgemeester van Izegem.
1932 was een druk ‘ongevallenjaar’. Er waren ongevallen aan de tramstatie van de Krekelstraat (hoek met de Burg. Vanden Bogaerdelaan), de steenweg naar Lendelede, de hoek van de Zottinnestraat (Hallestraat) met de Grote Markt, de Roeselaarsestraat, de Gentsestraat en aan de Steendam (ook Gentsestraat). Er was in dit jaar ook een 7-jarig meisje betrokken bij een ongeval. Op weg naar de school van het hospitaal werd het dochtertje van Leon Desaer door een voorbijsnellende auto gegrepen. Het kwam er gelukkig met de schrik van af.
Erger was het dodelijk ongeval waarbij Georges Depreitere betrokken was. Zijn kind zat achteraan op de fiets en kwam in Ingelmunster onder de wielen van een auto terecht. In hetzelfde jaar raakte de 5-jarige Georges Verlinde betrokken bij een auto-ongeval aan de Abele. Hij hield er een gapende wonde aan over. Blijkbaar ging men ook op kerstnacht uit met de wagen. Op kerstnacht is een auto in volle geweld komende uit de richting van Ingelmunster, gebotst tegen het huis bewoond door M. Henri Missiaen aan de Steendam, juist in 't binnenkomen der stad. Aan de muur is er wat schade, Wat er van den auto en zijn geleider is heeft men niets vernomen. (De Mandelbode, 31/12/1932).
Dan moeten we twee jaar wachten om de volgende reeks ongevallen te lezen. Anna Maes uit Emelgem werd omver gereden met de fiets door een bestelwagen en hield er een schedelbreuk aan over, het driejarig kind Julien Reynaert (Borrensreke) liep de straat over en kwam onder een auto terecht. Het kind stierf ter plaatse. Ook de 84-jarige Désiré Devisschere kwam om het leven in de buurt van Boerslindewegel.
In 1935 waren alle ongevallen met stoffelijke schade, maar geen slachtoffers. Dokter Depestele geraakte in de volgende jaren tweemaal betrokken bij een auto-ongeval. Zo reed hij op 2 januari 1938, na een doktersbezoek op De Slore, Albert Feys aan. Deze was de broodvoerder van de Coöperatieve uit de Kruisstraat.
Maurice Vandeputte, brouwer uit de Roeselaarsestraat tenslotte werd op 5 juni 1939 met zijn auto met geweld aangereden aan het kruispunt van de Vijfwegen in Emelgem. De auto van Seynaeve uit Roeselare, die uit de richting van de Baronstraat kwam, werd tegen de gevel van café De Sporthalle geslingerd.
Enig lichtpunt in gans die vooroorlogse jaren was misschien de beslissing van de gemeenteraad om rond juli 1937 verkeerslichten te plaatsen aan het postgebouw.
De Mandelbode van 14 juli 1937 kondigde dit als volgt aan: Verkeerslichten.
Gekleurde seinen. Het gemeentebestuur heeft in de Roeselare- en Nieuwstraat gekleurde seinen geplaatst om het verkeer van voertuigen en voetgangers veilig te maken (..)
[Dan volgt er een uitleg over de betekenis van de kleuren rood, groen en rood-groen].
De voetgangers moeten de straat over gaan tusschen de twee witte lijnen. |