In 1867 werd Franciscus Josephus Lonneville pastoor benoemd in Izegem. Hij was geboren in Sint-Kruis op 25 januari 1823 en werd op 29 mei 1847 priester gewijd in Brugge. Daar was hij ook een tijdje leraar aan het Sint-Lodewijkscollege. Hij had een opleiding in de theologie achter de rug in Leuven. Op 3 maart 1849 werd hij onderpastoor benoemd op de Sint-Jacobsparochie in Ieper. Op 27 februari 1856 ruilde hij die parochie voor die van Sint-Walburga in Brugge. Daarna werd hij pastoor in Rollegem-Kapelle (11 juni 1862). Op 23 oktober 1867 tenslotte werd hij feestelijk ingehaald als pastoor van Izegem. Hij zou 24 jaar pastoor blijven van de Sint-Tilloparochie en had dus ruimschoots de tijd om de touwtjes in handen te hebben. Hij bestreed zeer fel het liberalisme en één van zijn vijanden was Fideel Vion. Vion was, na herhaaldelijke pogingen, in 1873 een krantje (De Izegemsche Kijk-Uit) begonnen waarin hij het stadsbestuur hekelde. Zo spotte hij in 1875 met burgemeester Henri De Mûelenaere. Het kwam zelfs tot een proces waarbij Vion het pleit won.
Lonneville bemoeide zich ook met de plaatselijke politiek. Het is bekend dat hij heel wat kandidaten en vrienden had binnen de Katholieke Kring. Zo werd Gustave Rosseel in 1885 op ‘verzoek’ van Lonneville schepen. Andere kandidaten werden eveneens door de clerus voorgedragen. Het zou zelfs leiden tot een ruzie binnen de Katholieke Kring.
Op 25 juni 1891 stierf Lonneville. We vonden in het Rijksarchief Kortrijk een testament terug. Het was een ongesloten papier, zijnde het eigenhandig testament van den heer François Lonneville in zijn leven pastoor laatst verblijvende te Iseghem, alwaar hij overleden is den vijf en twintigsten Juny laatstleden.
Dit testament geschreven in de Vlaamsche taal op een gewoon vierkantig stukske blauw postpapier ongezegeld, inbegrepen het handteeken zeven regelen geschrift en is gedagteekend Rolleghem vijfden Augusti acthttien honderd zes en zestig.
Het was dus opgemaakt vóór zijn benoeming in Izegem.
De inhoud van het briefje luidt: Ik geef alles wat in mijn bezit is op den dag van mijn overlijden aan Catharina Deklerck mijne diensstmeid; maar ik begeer dat zij voor de opvoeding zorge van de kinders van mijn broeder. Rolleghem 5 augusti 1866. Fr. Lonneville, pastoor.
De dienstmeid Catharina Deklerck werd in Brugge geboren in 1823. Zij stierf in Izegem op 1 maart 1893. Tijdens zijn laatste levensjaren was er nog een dienstmeid: Marie Louise Harinck. Zij werd niet vermeld.
Zijn broer, Petrus Joannes, was apotheker en die woonde ook een tijdje in Izegem (Marktstraat). Hij verhuisde in 1892 naar Heverlee. Was hij toen op dit ogenblik weduwnaar met kinderen?
Na de begrafenis, op 9 juli 1891, werden zijn meubels en huisgerief door notaris Alfred Roose openbaar verkocht.
Dit gebeurde ten sterfhuize. U kunt hier alle loten terugvinden. Florent Lievens en Charles Lievens, beide handelaars uit Izegem waren de getuigen.
Er vallen enkele zaken op bij die verkoop:
Gewoonlijk is er ook kledij te koop, hier niet.
Zowel jan-met-de-pet als notabelen van ’t stad passeerden de revue. Zo lezen we hoe juffrouw Eugenie Angillis, Constant Vandemoortele, mevr. Paret,… hun aankopen doen. Het betreft hier vooral de duurdere stukken (tafellakens (= dwale), tableaux,…).
Ook pastoor Sioen van Emelgem deed enkele batjes. Hij kocht een bel, verschillende glazen, een inktpot, een beeld, een lavabo, assietten, en een ‘bak’.
De totale opbrengst bedroeg 1040 fr. |