Onlangs werd door Peter Defreyne voorgesteld om een collectie Izegemse haardtegels vanuit het Kortrijkse Broelmuseum te lenen voor een tentoonstelling in onze stad. Schepen van Cultuur Kurt Himpe reageerde positief op dit voorstel en zou er zelfs een tentoonstelling willen aan wijden.
De haardtegels zijn afkomstig van de pottenbakkersfamilie Baert en Roose.
Na de middeleeuwen werden de Vlaamse haardtegels steeds gebakken in een ‘vaste’ pottenbakkerij. De tijd van de veldovens was dan al voorbij. De Izegemse tegelbakkers hebben in de 18de eeuw belangrijke vernieuwingen doorgevoerd, die zeer kenmerkend zijn voor de Vlaamse tegels:
- als derde kleur werd naast, rood en geel, groen aangebracht. Door toevoeging van koper ontstond er bij het bakken een oxydatie. Vandaar een randje groen in de tegel;
- een grote variatie aan motieven was een tweede vernieuwing; in andere gewesten kwam die pas veel later;
- Izegemse tegels waren qua formaat veel kleiner (gemiddeld van 120 x 120 tot 130 x 130, in plaats van gemiddeld 140 x 140 tot 150 x 150).
Dit alles bracht met zich mee dat de Izegemse tegels voor de verzamelaar het gemakkelijkst te identificeren zijn.
De families Roose (afkomstig uit Torhout) en Baert waren de toonaangevende tegelproducenten in de 18de eeuw. Vermeldenswaard is dat er twee tegels van Baert bekend zijn waarop de tegelbakker zijn naam, beroep en datering plaatste. Zo kennen we een gesigneerde tegel van Joan(nes) Baert uit Izegem met het jaartal 1780. Het centrale motief is een hond. Een tweede tegel vermeldt de tekst: gemact door Baert pottebac tot Iseghem den 20 9bre 1780. De achterkant is gemerkt met de naam Baert die met de hand werd ingekrast. Eigenaardig genoeg werden beide tegels in dezelfde schouw aangetroffen.
Er kan zeker nog heel wat meer verteld worden over beide families. Nauwkeurig onderzoek dringt zich op. We vinden bv. bij het begin van de 19de eeuw een Joseph Baert, jongman (in 1815). Die was voogd over de kinderen van Ferdinand Baert († 05 februari 1804), eveneens een pottenbakker. Deze laatste woonde in de Marktstraat nr. 31.
Joseph Baert blijkt een rijke Izegemse burger te zijn. Zo verkocht hij aan de vader van Camille Ameye vijf woningen in de Nieuwstraat. Er kwam daar een magazijn voor wijnen in de plaats. We vinden in de tweede helft van de 19de eeuw nog andere notariële akten waarin Joseph Baert en zijn zus Carolina, zonder beroep en bijzondere, huizen en grond verkopen.
Het verhaal van de Izegemse pottenbakkers is zeker nog niet af. |