|
Inderdaad. Ooit was er in Emelgem een heemkring actief. Alhoewel ‘actief’ een groot begrip is in dit geval.
Tussen 1893 en 1899 ontdekte o.a. Baron Charles Gillès de Pélichy Romeinse graven op de wijk ‘Vijfwegen’. Maar het zijn vooral de opgravingen van 1954 in de Mandelgemeente die er voor zorgen dat er plots belangstelling is voor het erfgoed van Emelgem. Meer bepaald werden er tussen 12 en 17 april resten van een waterput gevonden in de buurt van de Ardooisesteenweg. Tussen 2 en 12 augustus vond men dan op de wijk ‘De Twaalfhonderd’ schreven, grondsporen van haarden en ovens. Er werd ook een bronzen fibula of mantelspeld gevonden, een in aarde gebakken parel, glaswerk en Romeinse dakpanfragmenten. Een laatste periode, tussen 18 oktober en 20 november, bevestigde de reeds bestaande opgravingen.
Door dit succes besloot men om een ‘Oudheidkundige en geschiedkundige kring van de Mandelvallei’ op te richten. Het secretariaat was gevestigd in het gemeentehuis van Emelgem.
Baron Charles Gillès de Pélichy aanvaardde het erevoorzitterschap. Burgemeester Aloïs Vermeersch werd de voorzitter en dokter A. Jonckheere de ondervoorzitter. Drs. E. Trips uit Brugge, die de opgravingen geleid had, kreeg de wetenschappelijke leiding toegeschoven. Redacteur werd Raf Verholle, die later één van de stichters werd van Ten Mandere. Gemeentesecretaris J. Tanghe werd secretaris, R. Martin zorgde voor de centen. Jules Ghekiere was verslaggever en verder waren J. Bogaer, G. Buyse, E.H. P. Declercq, G. Desmet, R. Martin, Ir. J. Michels, A. Saelen, H. Vanacker, apotheker R. Vieren en Raf Werbrouck bestuursleden.
De stichtingsvergadering vond plaats op 26 augustus 1954. Er was nog veel werk aan de winkel en men besloot om een vergaderzaal aan te vragen aan de gemeente Emelgem. Op 16 november vond er een bestuursvergadering plaats in de ‘prachtige raadszaal van het gemeentehuis van Emelgem’. Daar werd het bestuur, zoals hierboven vermeld, aanvaard.
Er verscheen ook een tijdschrift. Ten Mandere bezit het eerste (dubbel)nummer. Het was wellicht ook het laatste nummer. U kunt dit nummer hier lezen. Het was de bedoeling om er twee per jaar uit te brengen. Het eerste nummer bevatte, naast de inleiding en enkele mededelingen, een viertal bijdragen. |
