Ten Mandere - digitaal
startpagina
bestuur
nieuws
activiteiten
lidgeld
tijdschrift
geschiedenis
archief
bibliotheek
te koop
Izegemse bibliografie
Izegemse soldaten uit W.O. I
links
nieuwsbrieven
ten
mandere blogt
|
Verkoop van de grond waarop later de fabriek Eperon d’Or verrijst |
Jean Constantin Van Ackere, burgemeester van Wevelgem en mede-eigenaar van de grond.
(foto met dank aan heemkring Wibilinga en Paul Heytens, verantwoordelijke voor het documentatiecentrum) |
|
Op 18 september 1911 mocht notaris Hubert Vande Moortele de akte verleden van de bouwgrond waar later de familie Vandommele de schoenfabriek Eperon d’Or zou bouwen.
Naast zijn twee (vaste) getuigen, August Mulier, bakker en Nestor Laconte, meubelmaker, beide uit Izegem ontvingen hij in zijn statige herenwoning, Brugstraat 23, de heer Georges Van Wtberghe en de familie Van Dommele
Georges Van Wtberghe, lijnwaadfabrikant met een fabriek langs het kanaal had een volmacht ontvangen van de familie Van Ackere, eigenaars van de grond. De familie Van Ackere bestond uit Jules Aimé Constant Van Ackere-Masureel, nijveraar in Wevelgem, burgemeester Constant Van Ackere uit Wevelgem, Raymond Van Ackere, eigenaar uit het Franse Rouen en mevrouw Marthe Van Ackere, gehuwd met Paul Lemaire, dokter in de geneeskunde uit Wevelgem.
Zij verkochten dus een perceel bouwgrond, 1656,90 m². Het kadasternummer was ‘sectie D, deel van nrs 975g en 973a. Het gebied werd afgebakend ten oosten door de gebroeders Verstraete, ten zuiden eene ontworpene straat (later werd dit de Prins Albertlaan) en ten westen en ten noorden tenslotte door de verkopers Van Ackere.
Langs de andere kant van de notaristafel hadden vier broers Vandommele plaats genomen: Odile, Richard, Theophiel en Oscar Vandommele, alle vier waren ze op dit moment schoenfabrikanten. Zij vertegenwoordigden in feite de firma ‘Vandomme frères. Deze firma werd bij akte opgestart op 20 mei 1909.
De familie Van Ackere had deze bouwgrond geërfd van hun moeder Marie Louise Vander Mersch, overleden op 8 april 1911 in Wevelgem. Notaris Le Corbesier van Izegem had daartoe op 22 maart 1900 een akte opgemaakt.
Er waren wel enkele gebruikelijke voorwaarden:
De kopers moesten de gekochte grond aanvaarden zonder enige waarborg van grootte; zij moesten zich vergenoegen met de aanwijs en beschrijving van het verkochte ‘goed’; van heden hadden zij het ‘volle eigendom’ en ‘genot’, dus ook de grondlasten… en de notariskosten waren ten laste van de kopers.
De grond werd hun eigendom tegen de prijs van 6 640 fr. die onmiddellijk geïnd werd. |
|
|