Voor een groot stuk putten we uit het dagboek van Dr. Gits, zoals dat gepubliceerd werd in de krant Ons Iseghem van 1919 en 1920.
Die kranten zijn ook terug te vinden op onze website.
We moeten natuurlijk selecteren!
Een eerste inkwartiering vond plaats op zaterdag 7 november:
‘t Was vier ure 's morgends. De gansche stad was kalm en stil, alle de bewoners lagen in slaap gedompeld.
Plotseling was het een bellen, een kloppen, slaan en buischen op de deuren en vensters om hooren en zien te doen vergaan.
‘t Was roepen, tieren, vloeken, in alle straten.
Duizenden duitschers waren daar, en zij moesten plaats hebben om te eten en te slapen.
Was men niet rap genoeg volgens hun gedacht om de voordeur open te doen, men maakte zich gereed om de deur in te leggen.
In de Rousselarestraat, onder andere, stond men reeds met opgeheven bijl gereed om de deur in te kappen van Helene Deblauwe. En was het niet dat brave gebuurs er tusschen kwamen, en haastig naar den Post liepen, waar zy wisten dat Helene vernachtte, de deur van haar huis had weldra in splenters gelegen.
By den Heer Schoolopziener Lybeer had men geen geduld. In eenen haal en eenen draai was het slot zijner deur afgebroken.
Maar dat was mij eenen boel Alle die soldaten waren in Ingelmunster van den trein afgestapt, zij hadden drie dagen en drie nachten op den trein overgebracht, zij waren moede en zij hadden honger.
Seffens werd er overal koffij gemaakt en boterhammen gesneden. En wanneer zij geeten hadden, kropen zij het bed in, daar waar zij een kregen, het strooi in daar waar zij er vonden.
Op 4 december was er een lichtpuntje voor de Izegemse boeren:
Verschillige boeren van stad moesten met koeien tot op het statieplein komen. Daar werden de beesten op den openbare bascuul gewegen. En dan mochten de boeren met hunne beesten optrekken naar Beythem, waar de levering geschiedde.
’t Was voor menige boer een echte kermisdag. Sedert weken hadden zij standvastig op hunne hofplaatsen moeten blijven, het onverwacht bezoek der duitschers vreezende. En nu, hadden zij een uitvluchtsel om eenen geheelen dag weg te blijven en om …. een te pakken!
Op dezelfde dag werd een opmerkelijke trein gespot aan het station: In de statie stond, rond 2 ure ’s namiddags een prachtige trein, uit 34 wagens bestaande, en gansch ter beschikking van het Rood Kruis gesteld.
Na de twee machtige machienen, waren 3 wagens ingericht voor waschhuis, voor herbergplaats van de medecijnen en voor de verbandstoffen. Dan volgden wagens met bedden voor de gekwetsten. Twee bijzondere wagens, aan onze trammachienen gelijkende, waren op dusdanige wijze ingericht dat zij den ganschen trein met den doom verwarmden.
In het midden van den trein was een overgroote wagon die tot keuken diende. |