Op 10 november 1737 moest een hele rits familieleden van St.-Obein verschijnen voor de vertegenwoordiger van de Prins van Iseghem, P. C. Doorme.
De reden was dat Charles St.-Obein overleden was en omdat dit niet in Izegem was, werd er een akte van bekendheid neergeschreven. Dit kon voor een eventuele erfenis belangrijk zijn.
Hij had geen ouders, geen grootouders en geen kinderen. Dus kwamen de getuigenissen van ooms, tante en neven:
- Jacobus St.-Obein
- Pieter St.-Obein
- Elisabeth St.-Obein, gehuwd met Carel Kerckhof
- Joannes en François St.-Obein, zonen van Andries (wellicht zijn neven)
- Joseph Vercruysse, gehuwd
- Joannes Brabant, gehuwd
- Holonius Beghein
- Joannes Beerlant, voogd over Joannes Beerlant, kind van Joannes en Elisabeth Leencneght
Zij allen verklaren dat Charel St.-Obein in het jaar 1727 vertrokken was. Hij was toen nog een ‘jongman’ en niet gehuwd. Twee getuigen van hierboven verklaarden zelfs dat hij naar Middelburg in Nederland vertrokken was om aan te monsteren bij de boot Hogenes van de Verenigde Oost-Indische Compagnie.
Deze boot werd in 1716 gebouwd voor de ‘Kamer van Zeeland’. Hij werd gebruikt tussen 1716 en 14 september 1736 en strandde in Batavia. De bemanning varieerde tussen 180 en 250 man.
Charel St.-Obein werd soldaat en begeleidde dus dit schip. Uit de lijst van afvaarten blijkt dat zijn eerste trip vanuit Rammekens vertrok op 27 maart 1729, 9 km ten zuiden van Middelburg.
De schipper was Joris Vermouwe. Ze reisden via de Kaap de Goede Hoop en moesten daar wachten op betere wind (van 26 juli 1729 tot 13 augustus 1729). Dan ging de reis verder naar Batavia waar ze op 7 november 1729 aankwamen.
In de akte staat ook vermeld dat hij met het schip Haamstede zijn laatste reis in 1737 ondernam.
Deze boot werd in 1730 gebouwd voor de ‘Kamer van Delft’ en werd tussen 1730 en 11 september 1744 gebruikt. Op dit schip bestond de bemanning uit maximum 189 personen.
Zijn laatste reis zou dus gestart kunnen zijn op 26 oktober 1736 vanuit Batavia naar Goeree (Nl.) Daar kwam hij aan op 27 juni 1737. Ook op deze trip was er een verplichte stop op Kaap de Goede Hoop.
Waar hij precies overleden is, weten we niet. Was het op zijn laatste trip? Of was hij in Nederland achtergebleven? We weten het niet. Maar toch blijft het een mooi stukje familiegeschiedenis van de familie Sintobin. Misschien kan iemand er een vervolg aan maken? |