Uit het dagboek van dokter Gits:
Vrijdag 5 maart 1915
Wie gisteren nuchtend aardig stond te zien, was wel Victor Delaey, molenaar aan den Abeele.
Wanneer hij zijnen molen binnenstapte, bestatigde hij dat binst den nacht dieven waren binnengedrongen en 300 kilos tarwe hadden buit gemaakt.
Deze morgen is het opstaan ook niet zeer geestig voor Constant Dejonghe, landbouwer aan den Mentenhoek. Over een drietal weken reeds was men ’s nachts zijne konijnen en aanden komen halen om er kermis mede te houden. Ongetwijfeld had het hun wel gesmaakt en thans heeft men herbegonnen, met veel beteren uitslag. Drie zwijnen, elk rond de 80 kilos wegende, heeft men gedood op het hof en medegedaan.
Dinsdag 9 maart 1915
Er is wederom nieuws voor de duivenmelkers. Er hangt te lezen:
Bekendmaking
Door de duitsche overheid wordt aan belanghebbenden bekend:
- De duivenbezitters moeten alle veranderingen in meer of min onmiddellijk en schriftelijk aan de kommandantur richten.
- De jonge duiven, die vier weken oud zijn, moeten ook aangegeven worden.
- Dat van de duiven die geslacht worden, de ringen en de poten als bewijs moeten bewaard blijven om die te vertonen aan het eerste verzoek der toezichters.
Iseghem, 8 maart 1915
Woensdag 10 maart 1915
Er is neering in de kommandantur! Jules Smalle, de braafste van gansch de stad, en Jos. Dufour, de geestige inwoner van den Molenweg, waren gisteren avond tien minuten te lang op staminé gebleven. ’t Was koud, en om met geene koude voeten te moeten in bedde kruipen, waren zij wat langer blijven warmen dan het was toegestaan. Voor die misdaad werden zij naar de kommandantur geleid, waar zij in gezelschap van Marcel Vanneste opgesloten zitten. Maar als gij peist dat zij daar alleen zitten, ge zijt leelijk mis. Ten minste tien vrouwen en jonge dochters, die met allerlei waren naar Beythem, en omstreken rondleurden zitten daar ook. De duitschers beweren dat zij op die streken gaan, niet om handel te drijven, maar om ‘te veel leute’ te maken.
Rond de middag, mits eene betaling van 5 marken, werden Jules Smalle en Jos. Dufour los gelaten. De vrouwen worden ook in vrijheid gesteld, maar hunne pasporten worden verbeurd.
Eene vrouw, eene enkele, blijft gevangen.
Maandag 15 maart 1915
Eene duitsche vliegmachien, een tweedekker, doet zijne dagelijksche wandeling boven stad en slaat de richting van Ingelmunster in.
Leeger heeft zij waarschijnlijk nooit gevlogen en men mag het een waar geluk noemen. Aan de hofstede van Busschaert gekomen, maakte het vliegmachien eene tuimelperte en ploft op den grond.
Van de drie vliegers die de vaart mede maakten, zijn er twee deerlijk gekwetst en worden per automobiel naar het lazaret overgebracht.
Wie meer wil weten over Izegem tijdens de Eerste Wereldoorlog kan in de boekhandel de volgende boeken kopen:
Jean-Marie LERMYTE, Het oorlogsdagboek van dokter Jules Gits. Izegem 14-18. deel 1, Uitgeverij de Klaproos, Koksijde, 2000, 237 p.
Jean-Marie LERMYTE, Het oorlogsdagboek van dokter Jules Gits, Izegem 14-18. deel 2, uitgeverij De Klaproos, Koksijde, 2001, 255 p.
Ook het boek Jean-Marie LERMYTE, Leven in het operatiegebied Izegem 14-18, Groeninge, 2010, 560 blz., is nog verkrijgbaar, maar dan bij Ten Mandere zelf.
|
