|
|
Op 23 mei 1885 stierf Cordula Justina Dedonder in het klooster van Kachtem.
Zij was in Etikhove geboren op 5 januari 1821 en trad in het klooster van Anzegem binnen op 30 november 1840. Ze werd geprofest op 25 september 1842 en 10 jaar later, op 6 december 1852, kwam ze met paard en kar en twee andere zusters op het Hoge in Kachtem aan om er een klooster te stichten.
Bij haar overlijden werd een testament teruggevonden.
Het was geschreven in de Vlaamsche taal opeen blad papier voorzien van een zegel van 50 centiemen. Er stonden, in potlood geschreven, twaalf lijntjes tekst op.
Het testament werd na haar overlijden gedeponeerd bij notaris Henri Vandewiele op 30 mei. Jan De Wulf, fabrikant en François Verbanck, schoenmaker, beide uit Izegem, traden op als getuigen.
De tekst uit het document luidt als volgt:
Ik, ondergeteekende Cordula De Donder, Overste in het klooster van den heiligen Vincentius a Paulo te Cachtem, geef na mijne overlijden, in vollen eigendom aan den heer Franciscus Benoot, Directeur in ’t gesticht van St. Joseph te Kortrijk, mijn aandeel in ’t hofstedeken door ons beide aan Petrus Seynaeve gekocht gelegen te Cachtem gehucht ’t Hooge en door de weduwe van Bruno Seynaeve tegenwoordiglijk in vrucht gebruik gehouden. Deze akt, door mij bezittende al mijne zijnsvermogen, eigenhandig geschreven en ondergeteekend.
Cachtem den 27 september 1800 een en tachentig.
Cordula de Donder.
Franciscus Xaverius Benoot (Meulebeke, 19/02/1833 – Kortrijk, 01/03/1896) was onderpastoor in Kachtem van 10 oktober 1860 tot 26 augustus 1881. Hij was dus nog maar net weg uit Kachtem, toen het testament geschreven werd.
Samen hadden ze dus geïnvesteerd in een boerderij in Kachtem. Dit waren niet de enige bezittingen van beiden. Er waren ook nog twee maaimeerschen ten noorden van de Mandel.
Al deze gronden werden aangewend voor de bloei van het klooster en het rustoord.
Bruno Seynaeve huwde op 7 februari 1838 in Kachtem met Rosalia Beheijdt. Hij stierf op 5 december 1873 en daar het paar kinderloos bleef, werd zijn broer Petrus erfgenaam. Die Petrus draagt op 2 maart 1874 voor 6 000 fr. zijn erfenis over aan Benoot en De Donder, zodat zij eigenaar waren van de hofstede op het moment van het overlijden van Moeder-Overste. |
