Evarist Devriese werd in Leke geboren op 11 oktober 1872. Zijn vader hield in Leke een bakkerij open. Op 12 augustus 1891 studeerde hij af als onderwijzer en kreeg hij een job aangeboden in de lagere afdeling van het Sint-Jozefscollege in Izegem. Hij werd op 3 januari 1898 vast benoemd.
Op 27 september 1899 stapte hij in Waregem in het huwelijksbootje met Irma Daman (°Waregem, 03/02/1875). De ouders van Evarist waren toen al gestorven en hij woonde in de Marktstraat nr. 44.
Beiden werden tijdens de Eerste Wereldoorlog verdacht van spionage voor de geallieerden.
Op vrijdag 19 november 1915 werd Evarist voor de eerste keer aangehouden: Nauwelijks 24 uren heeft de onderwijzer Dubois het gevang ‘Pattyn’ verlaten, of hij wordt er door eener zijner collega’s vervangen. Om 1 ½ ure wordt de heer Devriese, op het speelplein van St.-Josephsgeticht door de Duitschers aangehouden en opgesloten. Korten tijd daarna wordt zijne vrouw uit haar huis gehaald en in den ouden ‘Café Trois Suisses’ in gevangenschap geleid. Niemand in gansch de stad weet te zeggen wat daarvan de oorzaken of de redens zijn. (dagboek Gits)
De volgende dag verspreidde het nieuws zich als een lopend vuurtje door de stad: In alle de huizen van stad en te lande, in de herbergen en langs de strate, rollen alle gesprekken over M. en Mme Devriese. Duizend dingen en nog worden verteld.
De één weet dat men in Brussel, bij de zuster van Mme Devriese brieven ontdekt heeft. Een ander is het zeker dat men in hunne woning fransche en engelsche gazetten heeft gevonden, nog een ander zegt dat M. Devriese werd aangehouden omdat hij eenen dagboek verveerdigde met alles wat hier en in het omliggende voorviel. En nog wordt rondgestrooid dat M. Devriese zich onledig hield met verboden gazetten te vertalen, enz…
De veelvuldigheid van alle deze verhalen bewijst ons genoeg dat niemand weet wat er aan de twee gevangenen ten laste wordt gelegd. De ware reden is aan het publiek totaal onbekend. Het eenigste wat wij heden vernemen, is dat er binst den verloopen nacht eene huiszoeking heeft plaats gehad in de woning van M. en Mme Devriese. (dagboek Gits)
Blijkbaar vond dokter Gits het al te gortig dat men steeds meer en meer begon te speculeren over het vasthouden van het koppel, want de volgende dag, op zondag 21 november, noteerde hij: Immer voort wordt de zaak Devriese druk besproken. Om alle soorten van rare dingen uit te zoeken en rond te strooien, legt het volk eene inbeeldingskracht aan den dag die aan het ongeloofelijke grenst.
Op maandag 22 november, merkt men in de Marktstraat enige verandering: Met de bajonet op het geweer wandelt een Landstorm op den trottoir voor het huis van M. Devriese.
De voordeur is gezegeld en gelakt.
Dat maakt op onze bevolking eenen droevigvollen indruk. Eenieder wordt van gevoelen dat deze geheimzinnige zaak een ernstige wending neemt, en alleman spreekt met waar medelijden over M. en Mme Devriese, die in gansche stad niets dan vrienden tellen. (dagboek Gits)
Op dinsdag 23 november noteerde dokter Gits voor de laatste keer iets in zijn dagboek over dit voorval: Wanneer Joseph Strobbe gisteren avond naar het gevang ‘Pattyn’ ging met eten voor M. Devriese, werd hem daar gezeid dat hij voortaan niet meer komen mocht.
Dit nieuws verspreidt zich dezen morgen in stad, en men verwacht dat er iets gebeuren zal. Zoo is het inderdaad.
In den morgen wordt Mme. Devriese verwittigd dat men haar gaat wegvoeren; men laat haar toe kleedingstukken in te pakken. Rond 11 ure, houdt de omnibus die alle dagen verschillende malen naar Ingelmunster rijdt, voor den ouden ‘Trois Suisses’ stil en Mme Devriese stapt het zware rijtuig in, waar voert men haar, dat weet niemand.
In den namiddag is het de beurt aan M. Devriese. Rond 5 ure, door eenen gendarm vergezeld, verlaat hij het gevang en door de Rousselaarsestraat en Nieuwstraat over den Koornmarkt wordt hij naar de statie geleid. Om 5 ½ ure voert de trein hem weg. Waarheen, dat weet niemand. M. Devriese heeft aan niemand een woord kunnen spreken.
En daarmee verdwijnt dit echtpaar wellicht definitief uit Izegem, want na de oorlog vinden we het koppel terug in Ukkel.
Zij kregen na de oorlog ook een British War Medal voor hun verdiensten tijdens de oorlog. Ze werden evenwel niet in de lijst opgenomen van Marcel Nuijttens (TM nr. 89, 1991, p. 35-46) omdat ze na de oorlog niet naar Izegem terugkeerden. |