31 december 1915
Uit het stadsarchief:
Moedwillige kwaaddoeners hebben telegraafdraden afgesneden langs den ijzerweg van Iseghem naar Cachtem. Evanals de toegang tot de spoorweg verboden is, zo is ook van heden af de toegang tot de voetpaden gelegen tussen de ijzeren weg en de vaart van aan de Mandelstraat tot aan Cachtem.
Verder is het ook verboden aan de eigenaars of gebruikers van landen gelegen tussen de ijzerweg en de vaart zich op hun velden te bevinden van 4 ure ‘ s avonds tot 9 ure ’s morgens.
De soldaten hebben last ontvangen te schieten op alle personen die deze bevelen overtreden. De Burgemeester
13 januari 1915
Uit het dagboek Gits:
Men zou waarlijk geloven dat Iseghem een echte soldatenstad geworden is waarin talrijke kazernes zijn opgebouwd. Zo groot is alhier den ganschen dag door de beweging der troepen.
Wijl men ’s morgens nog in bed ligt, wemelen alle straten van soldaten.
Het is hier een groep die op wandel gaat, zingende en schuifelende.
Daar met trommel aan ’t hoofd een gansche bende die zich gaat oefenen. Dan talrijke groepen door klaroenen voorafgegaan die zich hier of daar begeven om taken uit te voeren.
En niet zelden trekken honderden mannen voorbij, aangemoedigd door de opbeurende klanken van het militaire muziek. Wie zoude kunnen peinzen dat wij in Iseghem zijn!
27 maart 1915
Uit het dagboek Gits:
Vroeg in den morgen wordt Sarre, peerdenslachter in de Rousselarestraat naar de kommandantur geleid.
Tijdens eene ondervraging die de gebroeders Coucke over eenige dagen onderstonden, verklaarde een van hunnen, dat nog veel persoon van Iseghem duiven bezaten, of ide maar sedert korte dagen dood gedaan hadden. En zij noemden onder andere Sarre.
onmiddellijk werd bij Sarree ene huiszoeking gedaan. Men vond er geene duiven, doch op het kot ontdekte men eenen pot met water, en versch nagelaten teekens die van duiven moesten voortkomen.
Daarvoor komt Sarre voor het gerecht en de rechter eischt eene gevangenisstraf van drie jaren. |
