Op 16 januari 1755 kreeg de Izegemse notaris Pieter Franciscus Verheede Arnold Ignatius Van Steenkiste en Pieter Verstraete over de vloer. Beiden hadden wellicht bij de laatste straatschouwing van de plaatselijke baljuw onder hun voeten gekregen omdat ze ‘sable’ genomen hadden door het delven ervan op de Grote Markt. De putten vulden ze met ‘steens’.
Arnold Van Steenkiste, 47 jaar, metserdiender verklaart dat hij ooit van ontvanger, tevens vertegenwoordiger van de Prins van Izegem, Augustijn De Blauwe de toelating had bekomen om op de Grote Markt uitgedolven ende vervoert te hebben sable om voor diversche personen te gebruiken tot het maken van moortele. Na de dood van De Blauwe werd die opgevolgd door Jacques Dujardin en ook toen heeft Van Steenkiste verscheidene keren zand uit de markt geschept. Dit alles deed hij steeds in opdracht van meester-metser Gillis BuijseK.
Pieter Verstraete, 70 jaar oud en ook ooit metserdiener uit Izegem, verklaart dat hij dit ook verschillende keren gedaan had. O.a. voor het restaureren van een huis op de hoek van de Grote Markt. Thans in eigendom van Emanuel Van Ackere. Toen die zijn voorganger, Joannes Verhulst er kwam wonen, heeft Verstraete zelfs hulp gekregen van die Verhulst. Verstraete had daartoe de toelating van hoogbaljuw Pieter François Leloup. Leloup kwam zelfs verscheidene keren toekijken bij het uitdelven en commanderende dat zij moesten den put vollen. Dat deden zij met steenafval. Verstraete voegt er nog aan toe dat anderen dit ook deden, maar ook zij brachten Leloup telkens op de hoogte.
We vonden geen proces daarover terug. Wellicht volstonden de beide verklaringen.
Als de Grote Markt ooit heraangelegd wordt en men vindt er grote hoeveelheden steenafval, weet men nu hoe dit komt. |
