In de jaren ’50 van de vorige eeuw waren er enkele Izegemnaren werkzaam in de Waalse mijnen. Vanuit Izegem vertrok er dagelijks ’s morgens vroeg een autobus. ’s Avonds laat bracht hij de mijnwerkers terug naar huis. Ook op zaterdag.
Ook vanuit Anzegem kon men vertrekken. De Lijn had lange tijd een vaste busrit vanuit Izegem richting Anzegem (en nog steeds). In Anzegem nam men dan een boemeltreintje richting Wallonië.
Enkele namen van Izegemse mijnwerkers zijn ons bekend. Lucien Fertein (° 1921) werkte tussen 10 maart 1955 en 6 oktober 1956 in de koolmijn van Cuesmes bij Bergen. Na oktober 1956 zou hij aan de slag gaan in een Izegemse borstelfabriek. De ramp in Marcinelles deed hem overstag gaan.
Een andere Izegemnaar Julien Feys (° 1932) had minder geluk. Hij verongelukte op 23-jarige leeftijd in de mijnen van Bernissart. Naar verluidt verliet Feys de ondergrond via de transportband waarop steenkool lag. Zo kwam hij sneller aan de oppervlakte dan met de lift. Ongelukkig genoeg werd Feys onthoofd tijdens zijn rit naar boven. Hij ligt begraven op de begraafplaats in de Roeselaarsestraat.
Er was ook een mijnwerkersverenging actief in Izegem. Hun lokaal was in café Flora (Kortrijksestraat) gevestigd. De vereniging heette ‘de Zwarte Wroeters’. Roger Deprez heeft lange tijd de verenigingsvlag bewaard. Die laatste werkte een tiental jaar in de mijnen. Uit getuigenissen leiden we af dat er in Izegem een 30-tal mijnwerkers waren.
Wie meer wil weten over de Izegemse mijnwerkers kan in het Ten Mandere-nummer van 2009 nr. 145 alles lezen over Lucien Fertein en andere Izegemse koolputters. Een bijdrage van Dries De Zaeytijd. |