Heemkundige Kring

Ten Mandere Izegem

Ten Mandere - digitaal

startpagina
bestuur
nieuws
activiteiten
lidgeld
tijdschrift
geschiedenis
archief
bibliotheek
te koop
Izegemse bibliografie
Izegemse soldaten uit W.O. I

links
nieuwsbrieven

 

ten mandere blogt

 

Overval op Maes olieslager Iseghem

 

Op 30 april 1800 (10 floreal jaar 8) stapte Jean François Maes in het huwelijksbootje met Isabella Claire Verbeke. Jean François, geboren in Ruddervoorde op 10 januari 1774 en dus 27 jaar oud, woonde al een tijdje in Kortrijksestraat in Izegem. Isabella Claire, afkomstig uit de Beiaardstraat, was toen 21 jaar. Hij stond ingeschreven als koopman. Begin de jaren 1820 stond hij bekend als olieslager en koopman in granen. Hij bezat, naast cafés ‘De Zalm’ (Gentsestraat), ‘Klein Menen’ (Meensestraat) en andere bezittingen ook een oliepeerdmolen (= rosmolen) in de Melkmarktstraat, tussen de Koorn- en Zwijnsmarkt, "paelende suyd het stratjen tussen de zelve twee marten west de huizingen en erve van sieur Joannes Francies Vanwtberghe, noord de brouwerije van de weduwe en kind Pieter Berlamont, ende oost d'herbergh den swarten leeuw, competerende Anthone Berlamont tot Tielt.
In februari 1824 werd hij slachtoffer van een overval. We lezen in de Gazette van Brugge, van 20 februari 1824 op p. 2-3 het volgende relaas:
‘Verleden zaterdag, om vyf ueren ’s morgens, begaf zig den heer Maes, olieslaeger tot Iseghem, naer Brugge in eene chaise. Weynige stappen gevoorderd zynde, bemerkte hy dat hy zyne portefeuille op de tafel had laeten liggen, en hy zond zynen knegt terug om die te haelen, zeggende dat hy stillekens zoude voortgereden hebben. Gekomen zynde aen den wyk genaemd de vyf wegen, wierd hy overvallen door dry baenstroopers, die de strengen van het peerd afsneeden, hem uyt de chaise trokken en verscheyde slagen toebragten, waer door hy in bezwyming viel; zy namen al zyn geld mede, bestaende in 3 à 4000 guldens in fransche kroonen en stukken van vyf francs, en wanneer den knegt toekwam, vond hy zynen meester liggen by de chaise. Den burgemeester van Iseghem in kennis van deze daed gedaen hebben, is den substitut van den procureur des Konings van Kortryk naer de plaets van het gebeurde vertrokken, om onderrigtingen daer op te nemen; maer alle onderzoek om de daeders te ontdekken, is tot hier toe vrugteloos geweest.’
De knecht was waarschijnlijk Ludovicus Tollenaere. Deze was tussen 1818 en 1820 als vervanger van Joseph Geldhof naar het leger getrokken.
Joseph Francis Maes zou zijn bedrijf in 1826 aan zijn oudste zoon Jean (Joannes) Franciscus Maes (°Izegem, 20 maart 1801) overlaten.
Deze was gehuwd met Marie Theresia Vereecke, dochter van de molenaar op de Abelemolen. Haar broer was molenaar in Lendelede.
Verscheidene akten verwijzen naar een minder gunstige financiële toestand van de zoon. Leningen en noodgedwongen (?) verkopingen van hun bezittingen wijzen in die richting.
Zoon Joseph Francis stond bekend als molenaar (op de Abelemolen), maar woonde rond de jaren 1835 in de Kloosterstraat.
In 1837 wordt de Abelemolen verkocht aan Francis De Meulenaere uit Tielt en Joseph Francis Maes werd sindsdien vermeld als molenaarsknecht.

Met dank aan Geert Vermeersch.