|
Ernestus Franciscus Cornelius Mostaert werd op 14 april 1882 geboren in Watou. Hij huwde met Marie Van Tours.
Op 6 maart 1911 kochten ze van Jules Emile Van Wtberghe, dokter en brouwer uit Izegem, een brouwerij-mouterij met woonhuis, koer en een herberg. De herberg heette ‘De Werkman’.
Al deze gebouwen lagen op de oostzijde van de Grote Markt. Nu is daar de Proxy Delhaize gevestigd. Verder kocht hij ook nog de herbergen: ‘De Nederweg’, de oostelijke hoek van de Nederweg en de Camiel Ameyestraat. Toen woonde daar Sylvain Demeester;
de herberg ‘De Wever’, op de oostzijde van de Camiel Ameyestraat, uitgebaat door Charles Kesteloot; de herberg ‘Het Eiland’ op de Sloore (buurt van de Slabbaardstraat-Zuid), bewoond door Evarist Casier; de herberg ‘Bloemfontein’ opengehouden door August Vanhaezebrouck en ‘de Nieuwe kapelle’ dicht bij de wijk de Mentenhoek.
In Emelgem kocht hij ‘De Zandvlugge’ in de Baronstraat met aanpalend een stuk landbouwgrond en herberg ‘De Pastory’, bij de Mandel, opengehouden door François Vansteenkiste.
In Ingelmunster tenslotte werd hij eigenaar van Café ‘De Groote Pinte’ en nog een café met de naam ‘De Zandvlugge’.
Hij telde voor dit alles het bedrag van 82 000 fr. neer.
De oorspronkelijke brouwerij was van Emiel Van Wtberghe. Hij begon de stoombrouwerij in 1889. Daartoe had hij de garentwijnderij van Henri Delodder-Lobelle opgekocht en omgevormd. Ze dienden in hetzelfde jaar een aanvraag in om een stoommachine te mogen plaatsen. In 1906 was de stoommachine al verdwenen want er kwam een gasmotor van 12 pk in de plaats. Verder was er een mouteest met twee vloeren, een brouwketel met een capaciteit van net geen 100 hl. en een bierkuip van 5,31 hl.
Drie jaar later werd het geheel in drie gesplitst: een woonhuis, een stoomwerkhuis (voor machinebouw) en een brouwerij. In het stoomwerkhuis kwam er opnieuw een stoommachine en er werkten 12 arbeiders (10 volwassen mannen en twee jongens van minder dan 16 jaar).
In 1911 werd alles terug verenigd tot één gebouw en vond de verkoop plaats aan Ernest Mostaert. Er kwam toen ook een brouwketel bij van 48,67 hl.
Ernest Mostaert droeg de brouwerij in 1914, net voor de oorlog, over aan de Maatschappij ‘De Verbroedering Roesbrugge’ in Haringe. Deze maatschappij was in 1899 opgericht door zijn broer Julien Mostaert.
Op 24 juni 1920 stond Ernest Mostaert opnieuw voor de notaris. Nu verkocht hij zijn cafés.
Hij probeerde ook zijn brouwerij van de hand te doen, maar dit lukte hem niet.
Op 11 maart kon hij toch voor 10 000 fr. de brouwerij verkopen aan Robert Huysentruyt-Seynaeve.
Ondertussen woonde hijzelf met zijn gezin in Vieux-Fumé in de Calvadosstreek en was hij landbouwer geworden.
Robert Huysentruyt zou de zaak omvormen tot de cinema Patria.
Bronnen: notariële akten in het Rijksarchief Kortrijk en het werk van C. Roose, Industriële inplantingen in Izegem, 1830-1914. Methodologische en heuristische benadering van de industriële archeologie, RUG, 1974-1975. |