|
Op woensdag 25 september om 14 uur zat de Sint-Tillokerk afgeladen vol. Naar jaarlijkse gewoonte vond de prysdeeling der zondagscholen plaats. De notabelen van stad en vele andere inwoners waren piekfijn uitgedost gelyk op eenen kermisdag. Een stoet met voorop het Congregatiemuziek trok naar de kerk. Achter het muziek, de leerkrachten met hun leerlingen. Kanunnik Tanghe opende met een sermoen de plechtige zitting. Hij had het in welgevoelde woorden over het nut van de zondagscholen en hoe ze eene heilzamen invloed hadden op de zeden, op het karakter, op geheel het leven van den leerling. Dan volgde de plechtige prijsuitreiking. Er waren op dat moment ongeveer 1000 kinderen aanwezig, zowel jongens als meisjes. Heel wat prijzen werden gesponsord door de familie Gillès de Pélichy, maar ook andere burgers van stad droegen hun steentje bij. Er was een prijzenpot van ongeveer 1580 frank. Zo waren er kledingstukken, nieuw alaam, huisraad, koffieservies,… Maar dit jaar was er nog een bijzondere prijs: een ezel. Een jongen, waarvan we jammer genoeg geen naam konden terugvinden, werd daarmee beloond. Zijn bejaarde moeder, weduwe W… verdiende haar kost met de verkoop van koopwaren die ze in Roeselare aan de man bracht. Daartoe moest ze elke dag een tamelyk zware karre trekken of liever slepen. Haar zoon, de leerling van de zondagschool hielp haar daarbij.
Eén van de meesters merkte op dat dit toch geen arbeid was voor die bejaarde vrouw en samen met de andere leerkrachten van de zondagschool legde men bij om een ezel te kopen.
Fier als een gieter trok de jongen met zijn prijs naar huis, voorafgegaan door het muziek.
Dit verslag werd in de krant De Standaerd van Vlaenderen, van 28 september 1861 gepubliceerd door iemand die aanwezig was op deze uitreiking. |