Heemkundige Kring

Ten Mandere Izegem

Ten Mandere - digitaal

startpagina
bestuur
nieuws
activiteiten
lidgeld
tijdschrift
geschiedenis
archief
bibliotheek
te koop
Izegemse bibliografie
Izegemse soldaten uit W.O. I

links
nieuwsbrieven

 

ten mandere blogt

 

Wildstroperij eindigt bloedig

 

 

   

 

 

Op de kaart van Vandermaelen (rond 1850) ziet u dat er tussen Emelgem en Ingelmunster een bosrijke omgeving was. Het grootste deel daarvan behoorde toe aan de baron Descantons de Montblanc van Ingelmunster. Af en toe werd er daar ook gestroopt. Om dit tegen te gaan stond de plaatselijke veldwachter op de uitkijk. Een grootscheepse actie met behulp van 4 gendarmen van Izegem vond rond 2 uur ’s nachts plaats in de nacht van 19 en 20 februari 1898. Dat liep helaas minder goed af voor de zoon van de boswachter. We lezen in de Gazette van Brugge van 23 februari 1898:

Wildstroopersdrama. – Zaterdag avond rond 11 ure, was de brigadier Frans Vankesbeeck met de gendarmen Debliek, Verschelde en Pinte, der brigade van Iseghem, en den boschwachter Delaere met zijn zoon Victor op wacht langs het jachtgebied van M. den senator Descantons de Montblanc. Zij zagen in de verte op omtrent een uur afstand een lichtbak afkomen naar het groot bosch gelegen tusschen Ingelmunster, Emelghem en Ardoye.
Zij verscholen zich in het bosch en zagen de kerels ten getale van drie naar hen toekomen. Op omtrent 100 meters afstand keerden de stroopers zich met hunnen lichtbak en volgden den weg langs het bosch. De wakkere brigadier, ziende dat het oogenlik nog niet gunstig was om op de wildstroopers toe te springen en ze aan te houden, verdeelde zijne manschappen in groepen, gaf hun een wachtwoord en bevool hen aan zich niet te ver of te dicht te wagen, maar de kerels goed in ’t oog te houden.
Rond 2 ure waren de wildstroopers nog slechts eenige stappen van hen verwijderd. De brigadier gaf het wachtwoord en allen sprongen uit ’t bosch om de kerels te vatten.
De stroopers, gerucht hoorende, keerden zich om en twee geweerschoten werden gelost in de richting der moedige gendarmen, die onverschrokken hunne aanvallers op het lijf vielen. Deze verweerden zich wanhopig en sloegen met de kolven van hunne geweeren. Zij werden toch spoedig overmand en gekneveld. Terwijl zij met de stroopers worstelden, schoten de kleederen van Delaere Victor in brand: hij was door eene volle lading schroot langs den rechterkant in den buik getroffen. De gendarmen doofden de vlammen uit en de gekwetste, met groote krachtinspanning, kon hen nog tot aan de gendarmerie van Iseghem vergezellen, van waar hij in rijtuig naar zijne woning gevoerd werd. Een der gendarmen was bij de aanhouding gekwetst geweest door een slag met een geweer.
De voornaamste plichtige Vandenberghe Henri die Delaere Victor gekwetst had, was drager van een eenloopgeweer; Dewulf Camiel had een tweeloop; de derde Perneel Emiel, drager van den lichtbak, had een revolver geladen met zes kogels op zak. Zij hadden de eerste maal op gemeld jachtgebied gejaagd in den nacht van 29 à 30 januari; de tweede maal in den nacht van 17 à 18 februari.
Het parket van Kortrijk is zondag voormiddag te Iseghem afgestapt en heeft zich met de gevangenen naar de plaats begeven van de bloedige worsteling. Daarna werden de drie wildstroopers naar het gevang van Kortrijk overgebracht.
De magistraten hebben den brigadier Vankesbeeck en de gendarmen geluk gewenscht over zijn beleid en de wakkerheid der manschappen.
De toestand van den gekwetsten Delaere is niet gevaarlijk, want zijne dikke zware kleeding heeft de kracht van het schot gebroken.

Zowel vader Karel als zoon Victor kregen voor dit optreden bij koninklijk besluit van 21 juli 1898 de medaille van tweede klas, voor daden van moed en zelfopoffering.