|
De zomermaanden van 1960 waren drukke tijden voor de gebroeders Defauw. Er was niet alleen de fabriek in de Gentstraat die men moest leiden, er waren ook plannen om een nieuwe fabriek te bouwen. Daarvoor waren ze verschillende malen afgezakt naar West-Zeeuws-Vlaanderen. Op het einde van die zomervakantie hadden ze, na gesprekken met het gemeentebestuur beslist om de fabriek in Sluis op te richten.
Daarvoor werd een nieuwe Nederlandse naamloze vennootschap, de NV ‘NABco’ (Nederland-Amerika-België Compagnie) opgericht. Kapitaal kwam o.m. uit Amerika. Voorwaarde voor Nederland was dat er uitsluitend Nederlands personeel in dienst mocht genomen worden.
Langs de Sint-Annaweg werd er een terrein van drie ha gekocht. Na een scholingsperiode zouden er ongeveer 150 mensen werk krijgen, waarvan 50 vrouwen en/of meisjes.
De bedoeling was dat er met Amerikaanse machines ongeveer 1000 paar damesschoenen per dag werden geproduceerd.
Om de scholing van de arbeiders zo geleidelijk mogelijk te laten verlopen, werd het voormalige ‘Landbouwhuis’ in Sluis gehuurd. Zo kon men op kleine schaal de productie beginnen. Daarvoor werd een kleine kern van volledig geschoolde Belgische arbeidskrachten te werk gesteld. Wanneer het Zeeuws-Vlaamse personeel voldoende geschoold was, mochten de Belgische arbeiders terug keren naar ons land.
Kwatongen beweren dat Defauw dit alles deed, omdat hij het in onze gemeente vaak aan de stok had met de vakbonden.
Precies een jaar later, op maandag 14 augustus 1961 kon de ‘eerste steen’ ingemetseld worden door de burgemeester P. F. van Hootegem (foto). Daarna was er een ontvangst op het gemeentehuis.
Leon Defauw mocht tijdens de steenlegging een speech houden, waarin hij verwees naar de internationale samenwerking, de industriële spreiding en de verruiming van de afzetgebieden.
Begin januari 1962 kon de fabriek starten: alle machines waren er en er was voldoende personeel. Het bedrijf was naar de normen van die tijd modern: aan één zijde waren er de kantoren, kantines, de keuken en de opslagruimte, aan de andere kant de werkhal van 72 bij 28 meter. De krant Provinciale Zeeuwse Courant van 6 januari 1962, benadrukte dat de realisatie er mede gekomen was dankzij de houding van de drie vakbonden en dit laatste was vooral van belang, omdat men er bij het nieuwe bedrijf naar streeft onder de bestaande arbeidsverhoudingen met Nederlands personeel te werken. Hierbij is rekening gehouden met de vijfdaagse werkweek, de huidige sociale voorzieningen en een hygiënische inrichting van het bedrijf.
Bij ons kwam de vijfdaagse werkweek pas na 1965 tot stand (voor bepaalde sectoren was dit al vanaf 1955).
Het personeel stond er, zeker aanvankelijk, onder leiding van een Izegemnaar, die naar daar verhuisd was.
In de beginjaren had men het moeilijk om vrouwelijk personeel te vinden, maar in 1964 was dit probleem van de baan. Nabco had zich ondertussen gespecialiseerd in hooggehakte damesschoenen. Er was een dagproductie van 500 paar schoenen, maar men streefde naar 2000 paar per dag.
De fabriek was echter geen lang leven beschoren, want in 1970 kon een drankenhandel de leegstaande gebouwen in de Sint-Annastraat overnemen. |