|
Eind december 1903 werd in Brussel een ‘maatschappij tot bevordering van het gebruik van kleine werktuigen’ opgericht. Naast de oud-ministers Le Bruyn en Gérard Cooremans, maakten ook nog senator L. d’Adrimont, volksvertegenwoordiger Julien Koch en baron Charles Gillès de Pélichy deel uit van deze vereniging.
Deze laatste, ontegensprekelijk verbonden aan het Izegemse Blauwhuis, trok zich toen al het lot aan van de Izegemse katholieke arbeider.
De vereniging poogde het gebruik van kleine werktuigen te introduceren in kleinere bedrijven en op de werkvloer thuis.
Op zondag 13 december 1903 vond er in het Gildenhuis, in de Kruisstraat in Izegem, een demonstratie plaats met tal van dit soort machines.
’s Morgens mochten schoenmakers kennis maken met een naaimachine voor de schoenenindustrie verbonden met een kleine elektrische motor. Er was een grote belangstelling, want voor het stikken van de tiges betekende het een merkelijke vooruitgang. Wellicht deed het type naaimachine er niet toe. De motor werd immers los van het toestel geplaatst. De Singer Corporation, opgericht in 1851, kende toen al een grote verkoop van haar naaimachines, zowel voor kledij als voor schoenen en dus is het niet onmogelijk dat er zo’n type machine gekoppeld werd aan een elektrische motor.
In de namiddag was het dan de beurt aan houtwerkers om andere machines te zien draaien.
Beide gebeurtenissen bewijzen ondertussen dat het Gildenhuis reeds aangesloten was op het elektrische net van de stad.
Er zouden, op andere plaatsen in het land, gelijkaardige tentoonstellingen volgen voor bakkers en slagers.
In de Kamer van Volksvertegenwoordigers zou Charles Gillès de Pélichy een voorstel uitwerken om over te gaan tot de aankoop van zulke machines. Dit voorstel werd ook aanvaard.
|