startpagina
bestuur
nieuws
activiteiten
lidgeld
tijdschrift
geschiedenis
archief
bibliotheek
te koop
Izegemse bibliografie
Izegemse soldaten uit W.O. I
digitale kranten
links
nieuwsbrieven
ten
mandere blogt
|
|
|
Bruno Declercq |
meer info: (met dank aan Karel Hillewaere)
Bruno Declercq werd geboren in Ingelmunster in 1811. Hij was de zoon van Franciscus Declercq, een herbergier, en een neef van molenaar Florentius Declercq. Hij huwde met Rosalie Catulle(°1813), die eveneens in Ingelmunster werd geboren en tot een rijke familie behoorde. Eén van haar voorvaderen, Andries Catulle(°1588) was kerkelijk rechter van het bisdom Doornik, een andere voorvader, Petrus Catulle(°1624), was baljuw van Helkijn. Haar neef Leonard Catulle(°1803) was schepen van Ingelmunster. Mede dankzij invloed van zijn schoonfamilie werd Bruno een succesvol negociant en kwam hij in bezit van een waslijst vastgoed verspreid in Izegem, Ingelmunster en Emelgem. Dit betrof ook enkele herbergen, zoals "In De Vijfwegen", "De Bonte Os" en "Hof Van Commerce" die hij verpachte. Hij was tevens ook brouwer. Wonen deed het koppel in wijk de Vijfwegen op een groot landgoed met stallingen en een boomgaard. Hij bezat er ook de inmiddels verdwenen Vijfwegenmolen.
Het koppel had 4 dochters, zijnde Julia(°1836), Emelia(°1840), Maria(°1843) en Eulalie(°1845). Dochter Maria huwde met mijn over-overgrootvader Karel-Louis Hillewaere(°1840), een bakker. Zijn jongste dochter Eulalie huwde in 1870 met Izegems industrieel Leo Dekeirsschieter(°1828), die een machinebedrijf bezat op de Marktplaats en er grote stoommachines maakte voor de vlasindustrie. (zie: http://streekvertelsels.be/alle-films-en-fotos/weergave/record/?id=741bb7a4-5d08-4e30-9518-d3d55fd843d4).
Bruno was ook bekommerd voor het wel en wee van de minderbedeelden en was zoals zijn doodsbrief leest erelid van de Heilige Vincentius vereniging. Hij overleed in 1870 waarna zijn echtgenote al hun vastgoed van de hand deed tijdens een openbare verkoop. Een deel ervan ging naar de Roeselaarse brouwers Allard Cauwe en Edward Rodenbach.
|