|
Op 6 februari 1781 trad de Izegemse Elisabeth Vandommele binnen in het klooster van het Onze-Lieve-Vrouwehospitaal in Kortrijk. Samen met een andere Izegemse, Anna-Maria Tanghe, dochter van Pieter en Joanna Nuttens uit Izegem werd ze in februari 1794 geprofest.
We vonden een beschrijving terug van het woonhuis in de Marktstraat, toen nog meestal Kerkstraat genoemd, waar ze opgroeide: … bestaande uit keuken, weefkamer, kelder, vaute met erf ten westen daar aan met nog een achterhuis palende met de voorhoofde oost op de Kerkstraat noord de scheidingslijn van halven de scheidmuur …
De vader van Elisabeth was Egidius Vandommele (° Izegem, 12 januari 1704 - † Izegem, 21 maart 1769) een weefgetouwmaker. Hij huwde twee maal. De eerste maal met Barbara Theresia Vlieghe (° Izegem, 27 september 1699 - † Izegem, 01 maart 1740) en zes maanden na het overlijden van zijn eerste vrouw met Anna Maria Verplancke (Emelgem, 04 april 1719 - † Izegem, 05 maart 1780).
De broer van Elisabeth, Martinus, was op het moment van het overlijden van de vader theologiestudent. Hij werd op 27 juni 1774 priester gewijd in Doornik, bestuurde daarna tot 1784 het klooster van de Grauwe Zusters in Izegem en werd in 1784 onderpastoor in Gullegem. Omdat hij de keizerlijke eed weigerde te zweren tijdens de Franse tijd werd hij opgepakt en ging hij in ballingschap op 16 februari 1798 naar Cayenne. Na zijn vrijlating werd hij pastoor in Wielsbeke (1805).
In 1771 verkocht weduwe Anna Verplancke haar woning voor 508 guldens 4 stuivers en 6 deniers. Zoals het de gewoonte was, kwamen daar nog twee bouteillen wijn bij. De woning werd verkocht aan Marie Catharine Tanghe.
Terug nu naar Elisabeth. Ook zij moest tijdens de Franse tijd vluchten. Samen met moeder overste en Anna Tanghe trok ze op 14 april 1795 naar Oudenaarde. Ze verbleven daar tot 16 april en trokken vervolgens naar het klooster van Schorisse. Op 10 juni 1794 keerden ze naar Kortrijk terug.
Elisabeth werd op 24 februari 1801 tot overste van het Kortrijkse klooster verkozen. Ze werd op 5 maart van dat jaar plechtig gewijd door de gewezen proost van Sint-Amand, Jean-Baptiste Courouble.
Onder haar bewind onderging het hospitaal talrijke uitbreidingen.
Tussen 1808 en 1809 werden de oude brouwerij en de schuur van het neerhof ingericht als verbandplaatsen voor soldaten. Er werd een afzonderlijke keuken bijgebouwd met een geweldig groot fornuis pour préparer les ptisannes quie se consommaient en tres grande quantité. Er kwam ook een nieuwe wasplaats met waterbak in loodbeslag pour le service de chirurgie. De kosten 4764,82 fr., werden door het leger gedragen.
Helaas is er verder over het beleid van Elisabeth niets geweten.
Ze overleed op 4 april 1831.
Bronnen
Rijksarchief Kortrijk, Tabellioenen van Izegem, pak 6.
J. VANBOSSELE, Het Onze-Lieve-Vrouwehospitaal in Kortrijk, Groeninghe, Kortrijk, 1982, blz. 307.
Koenraad VANDOMMELE, Geschiedenis en stamboom van de Izegemse familie Vandommele (1634-2004). Nazaten van Vandommele Marijn en Maddens Catharina, eigen beheer, 2004, blz. 31-34. |