|
De eerste Izegemse nachtwaker, na de Belgische Revolutie, werd op 31 augustus 1838 aangesteld: schoenmaker Jean Lefevre. Hij verving Joseph Corteville. Lefevre kreeg in 1840 hulp van Charles Thilleur. Wanneer beiden stopten met hun job is niet duidelijk.
Tijdens de gemeenteraadszitting van 25 oktober 1851 werd een reglement goedgekeurd om twee nieuwe nachtwakers te benoemen. Zij zouden de eerste vier maanden een vergoeding krijgen van 1,25 fr. per dag. Hun taak bestond erin om de goede orde te handhaven en de veiligheid van personen en eigendommen over gans het grondgebied te verzekeren. De nachtwaker moest een leeftijd hebben tussen de 21 en 30 jaar, een eerlijk, goed en zedelijk gedrag vertonen, kunnen lezen en schrijven en een gezond en kloek lichaamsgestel en allezins in staet zijn om de vermoeijenissen van den dienst te door staen.
Er kon een uitzondering komen, na een beslissing van de gemeenteraad, op de leeftijdsgrens.
Elke nachtwaker kon rekenen op een jaarwedde van 350 fr. Ze stonden onder het bevel van de politiecommissaris. De gemeente voorzag in een passende kledij: eene kapot van grijs laken gemaekt met eene kap en ze kregen een wapen mee.
Gedurende de maanden april, mei, juni, juli, augustus en september moesten ze hun dienst uitoefenen van 22 uur tot 4 uur ’s morgens. De andere maanden was dit van 22 uur tot 5 uur ’s morgens. De politiecommissaris stippelde de nachtronden uit en na het uitoefenen van hun werk moesten de nachtwakers een verslag opmaken. Vanzelfsprekend was het strengelijk verboden te gaan of te verblijven in herbergen of andere huizen ten zij voor zaken die den dienst aengaen. Hun taak bestond er in om zich bijzonder toe te leggen op het ontdekken en tegenhouden van alles wat eenigszins de goede orde kon stooren of de veiligheid der persoonen en eigendommen hinder kon toebrengen.
Wanneer er brand uitbrak, moesten de bewakers de bewoners van het brandende huis en de buren onmiddellijk verwittigen. Ook de commandant van de brandweer, de politiecommissaris en de burgemeester moesten op de hoogte gebracht worden.
Er waren ook een reeks tuchtmaatregelen: Alle verwaerloozing in den dienst zal gestraft worden met eene terughouding van een tot 10 franks van hunne jaerwedde.
Wie verzuim pleegde of dronken was tijdens zijn dienst, werd onmiddellijk afgesteld.
Op 5 mei 1852 was het dan eindelijk zover: Francis Clement (Izegem 04/01/1811-Izegem 14/01/1867) uit de Kloosterstraat en Louis Bourgeois (Izegem 02/07/1812-Izegem 24/04/1894) uit de Roeselaarsestraat mochten zich voortaan Izegemse nachtwaker noemen.
.
|