Heemkundige Kring

Ten Mandere Izegem

Ten Mandere - digitaal

startpagina
bestuur
nieuws
activiteiten
lidgeld
tijdschrift
geschiedenis
archief
bibliotheek
te koop
Izegemse bibliografie
Izegemse soldaten uit W.O. I

links
nieuwsbrieven

 

ten mandere blogt

 

Izegemnaar Constant Hoste werd priester en pastoor in Frankrijk

 

Familie Hoste
onderste rij, uiterst links Antoon Hoste
Derde van rechts Constant Hoste

De pastorie in Torcy (Frankrijk) links Constant Hoste
rechts Antoon Hoste

 

 

(een bijdrage van Wilfried Dutillieux, waarvoor onze dank!)

Constant Hoste werd geboren in Izegem op 17 september 1907 als zoon van Camiel Hoste en Marie Lecluyse. Het gezin telde nog vier kinderen waaronder Antoon Hoste die ook geestelijke werd onder de naam van Pater Bertinus, Kapucijn.
Constant volgde lager onderwijs en moest, toen was dit de traditie, nadien gaan werken.
Hij werd timmerman en oefende dit beroep gedurende vele jaren uit, maar hij had een roeping die uiteindelijk de doorslag gaf. Gezien hij in België geen Latijn gevolgd had en men in die tijd over genoeg priesters beschikte, kon hij hier zijn geestelijke roeping niet invullen.
In Frankrijk daarentegen lukte dat wel. En op bijna 35-jarige leeftijd werd hij op 5 juli 1942 priester gewijd te Saint-Quentin, een stad in het Noord-Franse Picardie, ongeveer halverwege gelegen tussen Parijs en Brussel.
Saint-Quentin vormt een onderprefectuur in het departement Aisne en is een populaire toeristische plaats. Het gemeentegebied telt drie kantons.
Constant was achtereenvolgens op verschillende plaatsen pastoor in dienst van het bisdom Soissons, nl. te Torcy, Saint-Simon en Saint-Martin-Rivière waar hij op rust ging.
Op het laatst van zijn leven kwam hij terug naar België. Hij verbleef een tijdje in het rustoord van Kachtem om finaal bij zijn zus in Brussel in te trekken. Daar stierf hij onverwacht op 5 oktober 1972. Hij was 65 jaar geworden.

Constant Hoste was een graag gezien persoon in zijn parochies in Frankrijk.
Ondanks zijn niet zo sterke gezondheid (hij had maagproblemen) deed hij zijn werk als L'abbé Hoste meer dan behoorlijk. Op de kansel (preekstoel) kon hij het goed zeggen en zijn parochianen hielden van zijn stijl.
In die tijd werden van de steun van familie en buren. Concreet voor l’abbé Hoste was een boer die zorgde voor het hoogst noodzakelijke zoals groenten, vlees en aardappelen. De kerkgangers op zondag waren ook mild tijdens de viering om geld in de schaal te leggen.
In die kleine dorpen in Frankrijk was er ook weinig te doen behalve de jaarlijkse kermis of ommegang. De pastoor zelf deed graag zijn avondwandeling in de straatjes of bezocht een of andere parochiaan.
In de vakanties kreeg Hoste af en toe bezoek van zijn familie uit België. Ook gebeurde het dat iemand daar een tijdje bleef om o.a. te helpen in het huishouden. Soms mocht ook een of andere neef er vertoeven om een paar weken vakantie door te brengen en de Franse taal aan te leren of te verbeteren. Die student moest dan wel bij de gebuur, de boer, geregeld gaan helpen op het land.
Als de logé een Izegemnaar was werd er natuurlijk nog geregeld "Izegems" gesproken.
Constant Hoste zal blijvend herinnerd worden als een voorbeeldig priester in het nabije Frankrijk en dit gedurende 30 jaren.
Hij werd er zeker nooit "le petit Belge" genoemd in zijn geliefde parochies aldaar.