Heemkundige Kring

Ten Mandere Izegem

Ten Mandere - digitaal

startpagina
bestuur
nieuws
activiteiten
lidgeld
tijdschrift
geschiedenis
archief
bibliotheek
te koop
Izegemse bibliografie
Izegemse soldaten uit W.O. I

links
nieuwsbrieven

 

ten mandere blogt

 

Monica Verfaillie eist haar goederen terug !

 

     

 

   

 

 

Monica Verfaillie was geboren in Oekene in 1790. Zij werd als dienstmeid door Petrus De Monie aangenomen op 23 maart 1832.
Petrus De Monie was geboren in Izegem op 5 april 1778 en huwde op 17 november 1813 met de 19-jarige Julie Derynck. Hijzelf was op dat ogenblik 35 jaar. Ze woonden eerst in de Kloosterstraat nr. 10 maar verhuisden in 1821 naar de noordwesthoek van de Nieuwstraat. Julie baatte er een winkel uit. Hij was handelaar in lijnwaden. Op 34-jarige leeftijd, op 28 mei 1830, overleed Julie. Dit was misschien de reden waarom Petrus op zoek was naar een dienstmeid, want er waren op dat ogenblik vier kinderen: Petrus David, 15 jaar; Justine Godelieve, 13 jaar; Franciscus Ignatius 11 jaar en Henricus Joannes, 7 jaar.

Maar het huishouden door Monica Verfaillie in de Nieuwstraat liep niet van een leien dakje.
Na ongeveer vijf weken bezeerde zij zich aan haar vinger en kon onmogelijk verder haar werk doen. Dat was natuurlijk een streep door de rekening van Petrus De Monie. Monica stelde aan haar werkgever voor om Natalie De Cuypere, haar aangetrouwde nicht tijdelijk haar werk te laten doen. Zijzelf zou naar Hooglede trekken, naar haar schoonbroer Donatus De Cuypere. Die was gehuwd met haar zuster Clara. Na vier maanden kreeg Monica te horen dat zij vier maanden kost en inwoon moest betalen van haar zogenaamd verblijf, pas dan kreeg ze haar spullen terug van De Monie.
Daarop trok Monica naar de vrederechter in Ingelmunster. Een eerste probleem was dat zij ‘onvermogend’ was en dus wou ze de toelating krijgen om gratis te procederen. Dit werd op 31 oktober 1832 toegestaan.
Op 23 november 1832 kwam de zaak voor de vrederechter.
Monica eiste onmiddellijk haar spullen terug:
haar koffer met klederen en lijnwaden; een ‘tijken’ bed, een hoofdkussen en oorkussen (opgevuld met pluimen); een vrouwenmantel met zwarte col, waarvan de kap afgezet was met zwarte paene, een Vlaamse onderrok met blauwe streepkens, een spinnewiel met rok en haspel, een spiegel, een stoel met hoge leuning, een kerkeboek en een paar kloefen.
Verder eiste ze vanaf 5 oktober 1832 (de dag waarop ze bericht kreeg) tot de dag van het proces 50 cent per dag schadevergoeding omdat ze haar voorwerpen niet in haar bezit had. Indien hij niet betaalde, eiste ze per dag die volgde 2 gulden.
De vrederechter veroordeelde De Monie tot de onmiddellijke teruggave van de goederen. Hij moest verder 24 gulden schadevergoeding betalen aan Monica Verfaillie. Indien De Monie geen teruggave deed, dan kwam er vanaf de 24ste  november (de dag na het proces) 2 gulden per dag bij. Hij moest ook de proceskosten betalen.