Heemkundige Kring

Ten Mandere Izegem

Ten Mandere - digitaal

startpagina
bestuur
nieuws
activiteiten
lidgeld
tijdschrift
geschiedenis
archief
bibliotheek
te koop
Izegemse bibliografie
Izegemse soldaten uit W.O. I

links
nieuwsbrieven

 

ten mandere blogt

 

Onderwijs halfweg de 19de eeuw in Izegem

 

     

 

 

 

De enige school die nu nog actief is was de school ‘Avé Maria’, de huidige ‘Prizma Middenschool’. De Zusters van Maria hadden sinds 1842 een zeer bloeiende kostschool voor juffrouwen. Daarnaast leidden ze een zeer bevolkte lagere school voor meisjes. Die was reeds in 1811 opgericht.

Jongens konden terecht in Pollets schole. De vier gebroeders Pollet waren naar Izegem gekomen om er in opvolging van de eerste hoofdonderwijzer, meester Tanghe, die tot provinciale schoolopziener benoemd was, vanaf 1838 tot 1878 het bestuur van de gemeenteschool voor jongens, gesticht in 1830, in handen te nemen. Aan de school was rond 1850 een klein internaat verbonden. Augustinus Pollet stierf op 20 juni 1854. Hij was 36 jaar oud. Felix Pollet stierf op 9 januari 1886, 76 jaar oud. Karel Pollet overleed op 20 november 1890 en Joannes Pollet stierf als pastoor in Heule op 16 februari 1875.

Ook Breemeersch schole (Leo Breemeersch, Izegem 1 maart 1809-Izegem 17 januari 1880) was een jongensschool met pensionaat. Deze was eerst in de Nieuwstraat gevestigd en verhuisde later naar de Kortrijksestraat.

Er waren ook enkele schoolvrouwen actief. Zij hielden thuis een kleine gemengde school open. De kinderen kregen er catechismus en leerden de basis van enkele vakken. Meisjes leerden er ook meestal kantklossen.
Coleta’s schole, opengehouden door Coleta Vandeputte (Izegem 22 januari 1808 - Izegem 30 januari 1843), eerst in de Kastanjedreef (huidige Stationsstraat, huisje was eigendom van de familie Van Wtberghe), later in de Ketelstraat. Op een bepaald ogenblik telde deze school 104 leerlingen (met één leerkracht!).
De landelijke school op de Mentenhoek was van Coleta Vynckier (Izegem, 21 augustus 1826 - Izegem, 13 maart 1888). Deze werd later overgenomen door Rosalie Goemaere (Izegem, 20 maart 1828 - Izegem, 18 juli 1909) en Marie Dumonceau. In 1913 verdween dit schooltje.

In de Sint-Pietersstraat hield Godelieve Naert (Izegem, 26 juni 1766 - Izegem, 8 januari 1841), gehuwd met Pieter Ignatius Dewachtere, school en telde rond de 35 leerlingen.

In de Kasteelstraat (vroeger de Kasteeldreef) was er de school van Catharine Pottie (Izegem 6 februari 1804 - Izegem 21 oktober 1842). Het hoogste aantal leerlingen in die school bedroeg 41.

Op de Bosmolens was er de voorloper van de huidige school. Sophie Derieuw, weduwe geworden van Amandus Vuylsteke in 1854, was er de schooljuffrouw en Kotjesschool werd 60 jaar lang opengehouden door Ida Vandekerckhove (Izegem, 12 juni 1828 - Izegem, 23 februari 1909).

Een aparte vorm van onderwijs was de Zondagschool. Er was er één voor jongens en één voor meisjes. Elke zondag werden de kinderen opgewacht door hun begeleiders. Naast het bijwonen van de godsdienstige oefeningen op zondag was er ook een vorm van ontspanning: kaarten, biljarten,…

Op 13 oktober 1828 werd er een academie van bouw- en tekenkunde gesticht. Deze academie kende een start met 35 leerlingen. Toen de plaats voor de leraar tekenen vacant werd, verdween de school in 1854.

Joannes Franciscus Maes-Van Campenhoudt (Ingelmunster 9 augustus 1813 - Izegem 15 januari 1875) hield met een rijkssubsidie een leerwerkhuis open waar toekomstige wevers hun ambt kwamen leren. Zij brachten hun eigen ketting mee en weefden voor eigen rekening. Ze kregen een vergoeding van 50 centiemen per dag.