|
We situeren deze poging eind 1880.
Paul Decoene (12 juli 1851-21 juni 1926), een vooruitstrevend schoenenfabrikant, hoopt met de aankoop van Goodyear machines het ‘handwerk’ gestikte werk te kunnen vervangen.
Goodyear machines doen dezelfde bewerkingen die de handwerker doet als hij randgenaaide schoenen maakt.
Het werkvolk reageert op de aanwerving van een veertigtal werknemers die onder leiding stonden van twee buitenlanders: een Fransman en een Engelsman. Gevolg: de Izegemse arbeiders in deze fabriek gaan in staking op 18 april 1887.
Zoekwerk van Bart Blomme levert enkele nieuwe data en gegevens op die te vinden zijn in het Rijksarchief Kortrijk.
1887: staking
1888: verkoop van machines en materiaal. De vrederechter organiseert een openbare verkoop op verzoek van Decoene in café ‘Burgerwelzijn’.
Wat wordt er te koop aangeboden?
3000 leesten, combineermachine voor laarzen en bottines; persmachines voor talons en een machine om randen te snijden.
De verkoop bracht 1 238,88 fr. op. Als getuigen fungeren een zekere Emile Clement en Armand Laridon, cafébaas van ‘Burgerwelzijn’.
Wat opvalt is dat er heel wat bekende Izegemse schoenmakers koper zijn: Bral, Tanghe, Nonkels; Vandewalle, Lafaut en Acx.
De leesten worden per zes paar of per 12 paar verkocht, gemiddeld aan 1,83 fr; het paar.
De machines worden opgekocht door Canniere, Driessens en Demuynck, eveneens Izegemse schoenmakers.
In 1888 trok Decoene nogmaals naar het Izegemse vredegerecht. Er werd namelijk op 22 augustus van dat jaar om 8 uur ’s avonds een brand gesticht in een magazijn van zijn fabriek. Er was voor 4000 fr. schade.
Decoene vertrekt nog in hetzelfde jaar met zijn gezin naar Antwerpen. Hij zou pas in 1891 terugkeren naar Izegem om opnieuw luxewerk te produceren. Pas in 1909 legt de Izegemse schoenmaker zich neer bij het in gebruik nemen van machines.
(bron: Rijksarchief Kortrijk, Vredegerecht Izegem, pak 90, document 6
Ten Mandere 2008, nr. 3
Lieve Vandenbussche.
|