Maandag 9 februari 1801 liet vrederechter Guillaume Verstraete uit Iseghem zijn griffier J. Clement het volgende verslag noteren. De avond voordien had Jean Baptiste Deldycke, garenhandelaar in Izegem, verklaard “un corps mort” te hebben gevonden in de rivier “den Mander”. Ter hoogte van de pastorie van de parochie van Kachtem, achter het gehucht Abele, op grondgebied Izegem.
Als gevolg daarvan werden de gardes-champêtres ter plaatse gestuurd om het lichaam te vinden en te bewaren. Vergezeld van Joseph Ferdinand Libbrecht, geneesheer te Ingelmunster, en Jean Baptiste Ruyffelet, heelmeester in Izegem, begaf de vrederechter zich ter plaatse en vond het lichaam bewaakt door de garde-champêtres, couchant op de rechteroever van den mander.
Gekleed in een casaque de toile couleur de bouteille, op de rugzijde een bloedvlek. Een vest met witte knopen waarin vele lappen waren gezet. Wollen kousen, blauw en wit van kleur. Schoenen versierd met zilverkleurige gespen.
De zakken werden doorzocht. Alleen een blauwe zakdoek, een korte pijp, een slecht mes en vijf en een halve sol, Vlaams geld in koper. Geen papier waarop de naam stond.
Daarop vroeg de vrederechter met luide stem aan het volk dat was komen kijken, om het lichaam te bekijken. Of iemand het lichaam herkende. Waarop citoyen Pierre Vanneste, herbergier van ’t Gouden Hoofd op de Abele in Izegem, antwoordde dat het Josse DeRycker was, herbergier uit Rumbeke. Vermist sedert 15 nivose laatst (5 januari 1801).
Citoyen Jacques Ronse uit Rumbeke en een dichte buur van DeRycker, Ignace Kint, garde-champêtre in Rumbeke, antwoordden dat zij hem herkenden als Josse DeRycker.
De geneesheer en heelmeester werden opgedragen het lichaam ter plaatse te onderzoeken. Na ernstig onderzoek verklaarden zij dat “la surface” DeRycker een gewelddadige dood is gestorven.
De vrederechter trok volgend besluit: gezien de reden bekend is, zouden alle verdere onderzoeken nutteloos zijn. Niets belette dus dat het lichaam zou begraven worden.
Was de vindplaats ook de plaats delict of was het lichaam vanuit Rumbeke afgedreven richting Leie?
Van een echt onderzoek was geen sprake. Niet door de garde-champêtres of de gendarmes van de republiek, niet door de medisch geschoolden. De vrederechter kon de griffier het verslag laten schrijven en zich na een goede maaltijd in alle rust te slapen leggen.
(Met dank aan Geert Vermeersch voor deze bijdrage)
|