Arthur Corteborst is geboren in de wijk achter de Sint-Tillokerk op 1 maart 1913. Het gezin woonde in het voormalige café ‘Sint-Jozef’, nu het ‘Doolkruyd’, waar vader Alberic Corteborst op de zolder een schoenmakersatelier had ingericht. Toen moeder Corteborst overleed hertrouwde vader en trok het gezin naar een café in Menen. Daar kreeg Arthur de liefde voor de wielersport te pakken. Heel wat bekende wielrenners kwamen er over de vloer: Lucien Buysse, Julien Vervaecke, enz. Arthur werd later secretaris van de supportersclub van Berten Sercu.
Na het college trok hij voor zes maanden naar Caën en een jaar naar Malonne om zijn Frans te bij te spijkeren. Tijdens zijn legerdienst hielp hij in 1934 bij de Erewacht aan de Sint-Goedelekerk te Brussel bij de begrafenis van Koning Albert.
Zijn eerste job vervulde hij in de blauwververij Mistiaen (later Stalens) op Emelgem-Dam.
Nadien werkte hij bij de spoorwegen en was hij intussen komen inwonen bij zijn zuster in het voormalig café ‘Het Kanon’ op de Melkmarkt.
Ivonne Glas (Ingelmunster 30 juli 1913) werkte intussen bij de firma van Wtberghe in de Prins Albertlaan, later was dat bij Fenez. Ze huwden op 23 februari 1935 en het trouwfeest vond plaats in ‘het Kanon’. Ze kregen een zoon en één kleinzoon.
De wielersport bracht Arthur er eveneens toe in 1956 het café ‘Windsor’ in de Kouterweg over te nemen van renner René Mertens. Ze woonden er negen jaar tot ze in 1966 naar het café ‘Argentin’ verhuisden. Ze namen dit café over van Medard Dusamber. Voordien heette dit café ‘Rio’.
Het was een tijd van straatfeesten met wijkburgemeesters en allerhande volksvermaak. Ook de voetbalsport trok hem aan. Hij speelde een paar maanden bij FC Izegem en was vijf jaar lang kapitein bij de Ardooise ploeg.
Zijn eerste job bij de spoorwegen was een administratieve job op de Expo-trein. Deze trein was samengesteld uit ex-rode kruiswagens van 22 m lang en trok gans West-Europa door als een rijdende expo met de bijzonderste Belgische firma’s uit die tijd. Zo doorkruiste Arthur heel wat Europese landen. Er waren ook twee andere Izegemnaren betrokken bij dit project: Jerome Popelier en Georges Deprauw. Arthur eindigde zijn job bij de spoorwegen als dienstoverste in Brussel-Zuid, Gent Sint-Pieters en Vorst-Zuid.
Na 21 jaar lang het café te hebben opengehouden, trok het koppel de deur definitief dicht.
Arthur overleed in de Sint-Jozefskliniek op zondag 10 december 1989. Zijn vrouw Ivonne overleed drie jaar vroeger op woensdag 2 juli 1986.
|