Op 18 december 1863 stapte wever Charles Louis Vierstraete naar het stadhuis in de Marktstraat om er zijn pasgeboren dochter aan te geven. Zij was twee dagen ervoor geboren om acht uur ’s avonds in zijn woning in de wijk de Sloore. Zijn vrouw, Francisca Rosalia D’Artois, beviel er van Celestina Vierstraete. Hij was vergezeld van metselaar Frederik Huyghe uit Kortrijk en werkman Joannes Vanhuyse uit Izegem. Niemand van hen kon de akte tekenen door onkunde.
Andere kinderen uit het huwelijk waren: Mathielde (°15/07/1859); Henricus (°01/09/1861); Camille (°18/06/1866); Marie Louise (°08/11/1869) , Maria Helena Coleta (°25/10/1873) en Cyriel Joseph Vierstraete (29/09/1876).
Toen het gezin op 20 januari 1879 naar Rumbeke verhuisde waren er al drie kinderen overleden: Camille, Maria Helena en Cyrille Joseph. Celestina was toen 14 jaar.
Van Celestina weten we niet of ze gehuwd was.
Toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak vluchtte ze naar Frankrijk.
Daar verbleef ze in het Kartuizerklooster van Onze-Lieve-Vrouw van de Weiden van Neuville-Montreuil. Het klooster ving ongeveer 5000 Belgische gevluchte burgers op. In welke omstandigheden ze daar verbleven is niet bekend.
Tussen maart 1915 en april 1919 heerste er tyfus en Spaanse griep. Celestina was één van de 587 burgers die aan één van de twee ziekten overleed.
Ze werden begraven op een privé-weide in de buurt van het klooster. Die was als begraafplaats ingericht. Aanvankelijk werden de graven gemarkeerd en was er aan de ingang van de weide een kruis opgesteld, maar in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw raakte de begraafplaats in de vergetelheid.
De herinnering aan het verdwenen kerkhof werd gelukkig de laatste jaren terug opgepikt. Op 20 oktober 2019 werd een gedenkplaat onthuld aan het begin van de laan die leidt naar het klooster, tegenover de heuvel waarop ooit het kerkhof lag.
|